ZANG
't ging soms leuk bij 't repeteeren.
Men had soms schik voor twee.
Men lachte vele keeren.
En ieder deed dan mee.
Op 'n keer kon van Tiel niet blazen
Het was er lang niet pluis.
Hij begon zoo raar te razen,
Want in z'n hoorn zat een muis.
Ook weet ik u nog te zeggen,
En lach je maar niet krom.
Eens was Toereppel aan 't blazen
Met 't muziekstuk andersom.
En Rus nam eens een zuurtje
Voor amazuur niet slecht,
Maar van zijn mooie solo
Kwam niemendal terecht.
Toen men al wat kon presteeren
En 't was nog lang niet slecht,
Toen gaf men ook concerten
Onder andere bij C. Spek.
Bij de Boorder aan 't Schooltje,
bij van Marle te Graftdijk,
Van muzikanten aanleg
Gaf't corps menig blijk.
Aan 't Schooltje bij de Boorder
Gaf Smit een voordracht ten gehoor.
En die voordracht was getiteld:
"Witkiel bij 't spoor".
Door 'nauwe bedstee deurtje
Moest hij al op 't toneel.
Hij droeg veel pakken en doozen
En dat hinderde hem o zoo veel.
In 1907 werd besloten
Tot 't bouwen van een tent.
En zooals men zal begrijpen
Dat kostte een lieven cent.
Op 't erf van de Eilandspolder
Daar stond ie mooi tip-top.
En zoo heeft ie menig jaartje
Gestaan op 't Molenglop.
PARLANDO
Na een achtste eeuw leven was er feest
Voor Christiaan de Wet.
Het is de heer Rem Smit geweest,
Die een toast sloeg, o zoo net.
En na dit feest verliep een tijd,
Toen er oorlog was en geweld.
Tot 1918 uitkomst bracht,
Waar men zoo was op gesteld.
Na enkelen tijd, geacht publiek!
Raakte 't corps in slechten doen.
Omdat de heer Ditmars, de directeur,
Naar Alkmaar ging met pensioen.
De man die zooveel jaren lang
De vereeniging heeft gediend.
206