En onder 't varen Besprak men te gaar. Stond, evenals nu, maar Een muziekcorps klaar. Dan is er steeds vreugde, Dan ben je de man, Want nou zitje met blazers Al van Knollendam. Was bij Remmert de Boer. Rem Smit en van Tiel, Kwam men bij elkander Dat was heel geen toer De tweede vergadering Ik behoef niet te zeggen, Of 't reisje beviel. Op voorstel van van Truijen, Refrein Refrein PARLANDO Zoo was de vereeniging in elkander gezet Men gaf haar den naam van "Christiaan de Wet". De heer Ditmars, bij ons allen wel bekend, Stelde zich dadelijk beschikbaar als dirigent. Doch nu kwam de vraag: van waar krijgt men de duiten, Om lustig te blazen, te trommelen, te fluiten. De man, die u allen zoo dierbaar was, Hij steunde met geld en dat kwam te pas. Een woord van dank aan hem gegeven Is hier zeker wel op z'n plaats geschreven. Van Truijen, de Bakker, van Tiel en Rem Smit. Zij vormden van de vereeniging als 't ware de pit. Vol ijver en moed ging men nu aan den slag. Men studeerde en blies soms een heelen dag. 't was 's middags wat uitjes en 's avonds repeteeren. Dan moetje toch zeker wel goed blazen leeren. Men speelde reeds spoedig een flink stuk muzièk 't is waar, wat ik zeg, al lijkt 't komiek Men blies zéér dapper, men studeerde heel hard Weldra speelde 't fanfare de marsch "Geljart". De "Geljart" op 't program, toen men burgemeester Olij ging halen. De leden van 't corps weten 't u te verhalen. Den heelen weg langs, door Driehuizen, 't is kras. Men noemt die "Geljart" nu "Driehuizer Marsch". 205

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 25