Fanfarecorps "Christiaan de Wet" uit
Grootschermer.
/n het Regionaal Archief te Alkmaar vond ik het een en ander over
muziekcorps "Christiaan de Wet" uit Grootschermer. Het hier volgende
artikel komt daar uit voort. Het geeft een aardig beeld van het
verenigingsleven aan het begin van de vorige eeuw.
Oprichting.
Christiaan de Wet wordt opgericht op 3 oktober 1902. Onder de
zinspreuk: "Vooruitgang is ons streven". In het lied van P. Boschman, aan
het eind van dit artikel, wordt de reden van oprichting verklaard.
Er is een algemeen reglement dat 18 artikelnummers bevat. Alle werkende
leden zijn aan de bepalingen hiervan gehouden. Artikel 1 verklaart de
doelstelling van het korps: bevorderen van nut en genoegen. Volgende
artikelen zijn:
- De leden bestaan uit werkende kunstlievende- en ereleden.
De kunstlievende leden betalen als minimum contributie fl. 0,50 per week
en hoger.
- Het bestuur bestaat uit 4 leden, waarvan voorzitter, secretaris,
penningmeester en commissaris onderling hun functies verdelen.
- Bij te laat komen op de oefening betaalt men vijf centen boete. Bij niet
tegenwoordig zijn, zonder opgaaf van schriftelijke redenen een boete van
tien cent, en zo zich dit drie malen achtereen herhaalt, vanaf de derde en
volgende malen vijf en twintig centen boete.
- Hij die zijn instrument verwaarloost betaalt een boete van hoogstens vijf
en twintig gulden, nader door de leden te bepalen en in overleg met de
directeur.
- Het is verboden op de oefeningen en uitvoeringen alcohol te gebruiken op
boete van ten hoogste een gulden.
- Ieder lid die de gemeente verlaat is van de vereniging uitgesloten.
Dit alles wordt in de algemene vergadering van 3 november 1903 vastgesteld.
Bestuurszaken tot en met 1922.
Bij de eerste algemene vergadering is een rooster opgesteld van aftreding
voor de komende 5 jaren: 1903 J. Kuijn, 1904 C. van Truijen, 1905 D. Kooger,
1906 J. Kooijman, 1907 W. Bloemen en 1908 C. van Truijen. Van iedere
jaarvergadering zijn korte notulen gemaakt. De vergaderingen zijn in
oktober/november en gaan meestal over de financiële situatie en de
bestuursverkiezingen.
191