U werk voor me?" "Waar heb je gewerkt?" "Bij Piet Poppezijn in Schiedam". "Wanneer kun je beginnen?" "Ik heb mijn blauwe jasje hier onder m'n arm". Ik kon meteen aan de slag. Een werkplaats had hij niet. Er was een binnen plaatsje met een werkbankje en een bankschroef en een Van Duyl-sleutel. Meer had 'ie niet. Daar moesten we fietsen mee maken. Bij Schmidt "Nu had ik, toen ik bij Lanting werkte, ook wel eens wat rondgeneusd bij Freek Schmidt in Middenbeemster, omdat motoren eigenlijk mijn zoeken was. Ik had er eens gevraagd of ik mocht helpen, zomaar in mijn weinige vrije tijd. Dat mocht. Het eerste wat ze me lieten doen, was een papieren pakkinkje uitkloppen. Een secuur werkje, maar ik deed het blijkbaar goed. Die Schmidten -je had behalve de oude Freek de jongens Piet en Willem- hadden autoverhuur en autohandel. Ze kochten legerwagens uit de eerste wereldoorlog. "Toen ik aan het eind van de eerste week bij Japie Hollander vandaan in mijn kosthuis kwam, was er een brief van thuis. Ze waren van Schmidt bij me thuis geweest of ik daar kon komen werken. Nou, ik liet bij Japie Hollander niets achter. Ik pakte nog diezelfde avond mijn koffer en reisde zondagsmorgens naar de Beemster. Zelf rijden leren Vier en een half jaar bleef ik bij Schmidt. Daar heb ik veel geleerd. Ik heb er mezelf rijden geleerd. Op een Mercedes Benz. Het was een open wagen, met de versnelling nog aan de buitenkant. De auto's die we daar toen hadden, die legerwagens, dat waren een Panhard, een Minerva, een Excel sior. Luxe wagens. Die Minerva had een schuivenmotor. Die hoorde je niet eens lopen; alleen maar wat zuigen. 's Zondags en in mijn weinige vrije tijd deed ik wat in fietsen. Ik was ondertussen getrouwd. Na 4 V2 jaar bij Schmidt kreeg ik het in mijn kop, voor mezelf te gaan beginnen. In De Rijp, in de autobranche. We woonden in het huis van mijn schoonvader, op de plaats waar nu Niek en Lies wonen. Met f 500 "Ik was wat avontuurlijk aangelegd. Ik dacht er vrij makkelijk over. Ik had f 500 opgespaard en verder ging ik er van uit: "Ik heb mijn handen mee. Mijn schoonvader zei: "Wat ga je nu uithalen?" Hij had wel een beetje gelijk, ik had een goeie betrekking, met af en toe een extraatje en er moest voor mijn onderneming nog wel wat gebeuren: er moest een werkplaats worden gebouwd en het halve huis -we hadden een lang huis- moest er af. Ik heb zelf helpen bouwen. Twee timmermannetjes erbij. Acht bij tien meter was 147

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 31