Na de verbanning uit Friesland in 1557 vestigde Jacob Jansz Schedemaker zich in De Rijp. Lenaert Bouwens liet daarom bij zijn doopactiviteiten van enkele jaren later het Schermereiland links liggen. Onze regio ontwikkelde zich tot het centrum van het Nederlands doperdom. Actief was op het Schermereiland de oudste Simon Michielsz, die in 1576 Hans de Ries zou dopen, die leraar en al spoedig oudste in Alkmaar zou worden. Na Menno Simons'dood in 1561 volgden nog vele spitsingen. De vele uitgeweken Vlamingen zorgden voor de nodig spanningen en Dirk Philips raakte in conflict met Lenaert Bouwens. Bouwens werd de leider van de Vlamingen. Deze Vlamingen vielen uiteen in Jonge Vlamingen en Oude Vlamingen, terwijl ook de Groninger Oude Vlamingen ontstonden. De Friezen werd een splitsing ook niet bespaard, het werden de Jonge Friezen en de Oude of Harde Friezen. Kortom de spottende typering van de calvinisten Babel der Wederdoopers lag voor de hand. Vanuit Alkmaar had Hans de Ries, in onze huidige terminologie een vrijzinnig persoon, rekkelijk, geen theologische drammer en lange tijd bevriend met Dirck Volckertsz Coornhert, meer dan 60 jaar grote invloed. In zijn kielzog zou een nieuwe lekenbeweging ontstaan, die van de zogenaamde Vredestadsdichters: Claes Jacobsz (leraar in De Rijp), Pieter Pietersz (De Rijp, Zaandam), Jan Philipsz Schabaelje (Alkmaar) en Judith Lubbertsdr. HAXj DE RIES O JPLXVI 141

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 25