Mexno Sim-Gxs.
De doperse verdeeldheid
Het doperdom werd geken
merkt door een strenge toepassing
van de tucht, waarbij de tucht
maatregelen waren: de ban
(tijdelijk: de kleine ban en de
grote ban), de mijding (verbod
op sociale omgang met
gebannenen) en de echtmijding
(man en vrouw werden ge
scheiden). Over de hardheid van
deze maatregelen ontstond vaak
onenigheid.
In 1555 ontstonden twee
stromingen: de Franekers
(Friezen; Jacob Jansz Schedemaker en Hendrick Naeldeman (compasmaker)
ook wel de 'de Schedemakers' of 'compasmennisten' genoemd. Dit waren de
'zachte banners', daarnaast had je strengere banners zoals Dirk Philips er,
Lenaert Bouwens. De onenigheid leidde in 1557 tot een splitsing. Menno
Simons werd voor het blok gezet, bannen of anders verbannen worden. Het
resultaat was de verbanning van de groep die later bekend werd onder de
naam Waterlanders, omdat ze vooral in Noord-Holland, het Schermereiland
Waterland en de Zaanstreek de meeste aanhangers zouden krijgen.
In de na Munster periode
werd in doperse kringen het
geweld afgezworen en vanaf
1539 had Menno Simons grote
invloed (overleden in 1561).
Omdat op zijn hoofd een prijs
van 250 gulden stond was hij
verplicht een leven van
vluchtelingenleider te lijden.
Hij bezocht enkele keren het
Noorderkwartier.
De plaatselijke organisatie
liet hij over aan de plaatselijke
leiders en rondreizende oudsten,
waaronder de Zeeuw Lenaert
Bouwens.