De lezing van Prof. Visser
in de Noordeinder Vermaning
Op woensdag 11 mei organiseerde de Stichting Noordeinder Vermaning
samen met de Oudheidkundige Vereniging 'Het Schermereiland' een
lezing die gehouden werd door Prof. Dr. Piet Visser. De titel was record-lang:
Van Compasmennisten, Schedemakers en Komenjansvolk tot Waterlanders,
Vlamingen en Friezen. Het 'Babel de Weder-dooperen' in Noord-Holland
boven het IJ (ca 1530-1630).
De heer Visser had zijn lezing verdeeld in de volgende onderdelen: de
kerkelijke situatie voor de komst van het doperdom, gevolgd door het
beginnende doperdom rond 1530. Daarna de periode van Menno Simons
waarin sprake was van een strenge vervolging, gevolgd door de vele
splitsingen. Daarna de periode van 'gedoogd worden' en tenslotte de periode
van de assimilatie.
Aan de vooravond van het doperdom
De nieuwe protestante geluiden bereikten Nederland vanuit Noord-
Duitsland, via het scheepvaartverkeer met Emden, Hamburg en Dantzig/
Baltische Staten. In 1517 had Luther een nieuw kerkgenootschap gesticht dat
afstand nam van de aflaat-praktijken van Rome en andere misstanden, zoals
gehuwde priesters. Via Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen kwamen de nieuwe
ideeën binnen. Op de Latijnse scholen in Hoorn en Alkmaar (met rector
Laurens Jacobsz Zas) werd veel hervormingsgezinde lectuur gelezen.
Leider van de reformatie werd Cornelis Cooltuyn, ook wel de vader van de
Hollandse reformatie genoemd. Krommeniedijk was één van de ketterse
broeinesten, waar pastoor Cornelis Pietersz onderdak verleende aan de ui
Leiden gevluchte blinde dissenter Dirck Allaertsz. 'Berucht' waren ook Hoorr
(met vice-pastoor Jan Cornelisz Winter) en Monnickendam. Ook protester
van leken tegen de beeldenverering, het aflaatsysteem en altaarsacrament, dc
eucharistie waarin de ouwel het lichaam van Christus zou representeren
kwamen op gang. Spottend betitelden de leken de hostie wel als Broodgod of
Jan Meel. Tot de nieuwsgezinden hoorden de 'luthersen' en de 'sacramentariërs'
leken en priesters die door hun protesten de kerk van Rome van binnenuit
wilden veranderen en die niet per se de oude kerk wilden verlaten. Zi
verwierpen alle uiterlijkheden waar Rome zo sterk in was: brood was gewooi i
brood. Zo was het ook met het eerste geloofsslachtoffer in de noordelijke
Nederlanden, Wendelmoet Claesdochter, uit Monnickendam die in 1527 werd
gearresteerd en om het leven gebracht omdat ze over het heilig oliesel had
beweerd: dattet goet is op salaet oft u schoenen daer mede te smeeren.
136