van de 30er jaren zijn bij een grote restauratie deze ramen opgekalefaterd en
ze zagen er toen weer als nieuw uit. Deze kerk was ook het beginpunt van
mijn muzikale carrière: ik mocht op het orgel studeren en heb er veel
kerkconcerten gegeven samen met jonge collega's.
Tegenover de kerk bevond zich een café met de naam Het Wapen van
Munster, maar het heette in de wandeling naar de uitbater Café Lenferink. Ik
herinner mij hiervan, dat tijdens de jaarlijkse kermis daar het folkloristisch
spel katknuppelen werd bedreven. Aan een dwars over het terrein ter rechter
zijde van het etablissement gespannen kabel was een houten tonnetje
gehangen dat van afstand met een stok door de deelnemers uit elkaar
geslagen moest worden. Vroeger zat er een kat in, maar al in mijn tijd was
dat verboden.. Wie de laatste resten van het tonnetje op de grond wist te
krijgen was winnaar en verdiende daar dan meestal een pond gerookte
paling mee. Dat laatste was trouwens meestal de prijs voor dit soort
evenementen, ook bij het z,g, prijsbiljarten dat van tijd tot tijd werd
georganiseerd door de eigenaar van Café Drenth, dat recht tegenover de
Kralingerbrug lag. Dat er prijsbiljarten was werd enkele dagen tevoren en
ook wel op de dag zelf door de dorpsomroeper Jan Klinkenberg overal door
het dorp bekend gemaakt. Hij sloeg daarbij eerst in een bijzonder ritme dat
zijn persoonlijke handtekening was op een groot koperen bordvormig
bekken, waarna de mededeling: Hedenavond prijsbiljarten in Café Drenth om
8 uur. Eerste prijs een pond paling. Zegt het voort, zegt het voort! volgde.
Jan Klinkenberg was een klein mager mannetje, die zijn domicilie had in
Het Klooster en waarvan ik niet weet of hij ooit getrouwd is geweest. Maar
het meeste vermaak verschafte hij als brugwachter van de Kralingerbrug, die
hij door aan een met katrollen werkend touwensysteem moest ophalen. Met
zijn volle gewicht ging hij in de touwen hangen, maar dan nog was het soms
nodig dat één van de schippers van de beurtvaartdienst Visser hem te hulp
schoot. Het kon dan bij het neerlaten gebeuren dat Jan door het touw mee
omhoog werd gesleurd. En vooral in het hoogseizoen van de groente-
aanvoer moest die brug nog al eens open.
Betrekkelijk dicht achter de NH Kerk lag de doopsgezinde kerk; een
imposant gebouw met 2 toegangen en er naast, iets naar achter liggend, de
aangebouwde kosterswoning, waar in mijn jeugd de zusters Braak woonden,
die ook de kerk schoonhielden. Vader Braak, die schoenmaker was geweest,
was toen al overleden. Van binnen had de kerk dezelfde vorm als die van
andere doopsgezinde kerken: langs drie wanden van de rechthoek waren
brede galerijen aangebracht, Aan de vierde wand bevond zich achter een
bruin houten hek de preekstoel met daarnaast enkele banken voor de leden
van de kerkenraad. Tegenover de preekstoel op de galerij stond een 17e
130