Dan was daar eerst Boekhandel Eisma, later Boekhandel Hoogcarspel geheten. Eisma was begonnen met een weekkrantje Het Rijper Nieuws- en Advertentieblad, dat al gauw Het Rijpertje heette. Daarin stonden alle dorpsnieuwtjes, raadsverslagen en wat maar meer van belang kon zijn voor die kleine gemeenschap van nog geen 2000 inwoners. Toen wij eens met onze school een voetbalwedstrijd speelden tegen de school van West Graftdijk heb ik daar als 10-jarige het verslag van geschreven, dat onder beloning van twee-en-een-halve cent geplaatst werd. Gedurende de oorlog heb ik de halve bibliotheek die Hoogcarspel dreef uitgelezen, aangezien dat de enige plek was waar je iets te lezen kon krijgen. Veel ander vertier was er in die tijd niet. Aan de overzijde woonde naast Scheepbouwer, een plaatselijke metselaar, Van Oenen, die een kleermakerszaak dreef. Je kon je daar een goed costuum laten aanmeten, zoals hij ook voor mij mijn eerste rokcostuum maakte. Helaas was de in de zaak meewerkende zoon "verkeerd" in de oorlog, ook al viel hem niet meer te verwijten dan dat. Hij werd na de oorlog wel opgepakt, maar nadien toch weer gauw vrijgelaten. Nars Olie, de gemeentelijke vuilophaler, woonde daar weer naast tezamen met zijn vrouw en van kinderen heb ik geen weet. Misschien had hij ze wel, maar daar draag ik dan geen kennis van. De daarnaast wonende Van der Stelt, die ook schipper was bij de Firma Visser evenals zijn al eerder opgevoerde broer hadden een dochter Annie, een knap meisje, waarmee ik ook in de klas zat. Het huis waarin zij woonden zag er betrekkelijk nieuw uit, want het was nadat schoenmaker Heystek er uil was getrokken grondig "opgefrist". En dat viel op in een straat waar heel wal haveloze panden stonden. Het was crisistijd en het grootste deel van he dorp leefde op de rand van het bestaan. Klaas Tuin (nomen est omen) dreef daarnaast met zijn vrouw eer bloemenzaakje (hij kweekte ook zelf elders in het dorp samen met Maarssc bloemen), was klein van stuk en hij was leverancier van de traditionele Hortensia die mijn moeder (tot haar wanhoop) op haar verjaardag van de kerkenraad kreeg aangereikt. Op 30 april had hij nog niets anders dat bloeide voorhanden. Bloemen van een veiling halen was er toen niet bij. Daar tegenover woonde de oude Geerke met zoon en dochter. Hij had eei (volgens zeggen) grote kruidenierszaak gerund, maar daar was niets mee van over. In mijn jonge jaren kon je er terecht voor bonen, erwten, suiker en kaas. Als dat laatste moest worden afgesneden werd de oude heer Geerke door zoon Jo uit de achterliggende kamer opgeroepen met een "Vadüüür!" en die sneed dan op het oog feilloos het gewenste gewicht af. Alle producten werden trouwens nog afgewogen op echte hangweegschalen, waarbij aan de 126

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 10