twee potvissen waar. Fedde Jansz onderbreekt zijn verslag weer met enkele rijmpjes: Alle mensen pas te make en van elk te zijn bemindt dat zijn de onmogelijkste zaken die men in de werelt vindt en: Trouw in woorde, trouw in handel ongeveins in spraak en handel maakt een mens bij elk bemindt Maargeveinstheit, ontrouw, liegen en met schoone schijn bedriegen is het haatelijkst dat men vint. Op 12 juni verzucht Fedde Jansz: zage in 't geheel geen walvis. Op 13 juni maken ze weer vast aan een schots. Het is koud en het touwwerk is met ijs bevroren. Ook nu weer zeewolf op het menu. Op 14 juni vangen ze weer twaalf zeehonden en zien ze twee potvissen. Op 19 juni slaan ze 28 zeehonden. Bedrog loont zijn meester Wat is de mense best; een regt onnosel leven Dat kan hem ware rust en goede dag geven. Welaan dan mijn gemoet onthout uw van bedrog Want schoon 't zomtijts lukt het loont zijn meester nog. Op 22 juni liggen er weer verscheidene schepen bij elkaar. Er zijn dan vri veel walvissen gevangen maar ze leveren weinig spek op omdat ze klein zijn Op 24 juni gaat een deel van de bemanning weer op zeehondenjacht. Z( vangen 83 stuks. Op 26 juni overlijdt Pieter Jansz Koorn uit Graft, 23 jaar oud. Fedde Jans Visser wijdt aan dit overlijden een gedicht, maar schrijft niet wat er met hen gebeurt. [Hoewel Fedde Jansz het nergens vermeldt is het toch waarschijnlij dat Pieter Jansz op Spitsbergen is bijgezet. Men geeft in deze periode d voorkeur aan een graf aan land. Gewone schepelingen worden vaak op he schiereiland Jan Donker in de Magdalenabaai begraven, maar ook ander plaatsen als de begraafplaats Makkelijk Oud tegenover Smeerenburg, d begraafplaats op Zeeuwse Uijtkijk en de begraafplaats in de Koningsbaai zij regelmatig door schepen bezocht om een of meerdere doden te begraven. D stoffelijke resten van officieren werden soms zelfs helemaal mee naar hui genomen], O Heer, deese jongeling die heeft nu hier afgeleidt des werelts slavernij en al haar idelheidt En geeft dat zijne ziel o Godt hier heeft verworven dat hij op deze tijt ook zalig is gestorven En neemt hem namaals op, o Godt van eeuwigheid in 't hemels pardijs en in Uw heerlijkheit 112

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 64