de vis
ïsz Visser.
Hacquebord
In 't Houten
Fedde Jansz
toegankelijk
urnalen. Het
ijkste baaien
>ene Herberg,
le Uitkijk, de
aarbij wordt
adem diep ze
inkerplaatsen
s, kokerijen,
waarschijnlijk,
as Zee-Fakkel
lgende reizen
allend is dat
annen opgave
aben ze niet
aats van een
gemist,
n de nadager
en geven eer
ap zijn retoui
teeds mindei
grote risico's
worden grott
gsten kunner
totale aanta
alleen af, e
dood worder
te krijgen. D(
ijgen door de
meer de
worden. De
vateren bij Spitsbergen vertonen tekenen van overbevissing. Zo kan het, dat
edde lansz' schip Weltevreede in toenemende mate doelloos heen en weer
eilt voor de kust van Spitsbergen. In zijn journalen geeft hij een aantal
nalen aan dat de gedode walvissen klein zijn en weinig spek opleveren.
Steeds meer reders keren de walvisvaart de rug toe en we zien het aantal
Jederlandse walvisvaartschepen vanaf 1767 geleidelijk, en vanaf 1776 snel
eruglopen. Ook commandeurs zoeken hun heil elders. Velen verruilen de
walvisvaarder voor een koopvaardijschip. In de periode 1770-1780 halveert
het aantal Nederlandse schepen. Tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1780-
784) komt de walvisvaart zelfs helemaal tot stilstand. Na de oorlog neemt
het aantal Nederlandse schepen wel weer toe maar het peil van voor de
oorlog wordt niet meer gehaald.
De journalen beginnen iedere dag met een weersbeschrijving. Na een
lgemene karakterisering van het weer volgt nadere informatie over de
windrichting en de windsterkte. Er wordt geen geografische positie gegeven
maar wel de koers van het schip. Daarna volgt een eenvoudige beschrijving
van de werkzaamheden waarin wordt vermeld welke zeilen men gebruikt en
of het anker wordt uitgegooid of niet. In het vangstgebied vermeldt Fedde
Jansz Visser de toestand van het ijs en het verloop van de jacht. Soms
voorziet hij zijn beschrijving van een persoonlijke opmerking of van een
105