Rijper schipper Jan Ysbrantsz. een vlotbrug bestaande uit pramen en schuiten met planken erover heen werd gemaakt zodat Prins Maurits na zijn bezoek aan de droge Beemster in 1612 rijdend het dorp in kon. Daar werd hij trou wens verwelkomd door Jan Sygersz, "een braef Jongman", en een "seer fraeye Vrijster", oftewel een ongehuwde jongedame die het aanzien meer dan waard was. Leeghwater wist dat meer dan dertig jaar na dato nog precies, en die dame moet haast wel de eerste 'Miss De Rijp' uit de geschiedenis zijn ge weest. Prins Maurits, een beruchte liefhebber van vrouwelijk schoon, zal het gebaar wel gewaardeerd hebben. De definitieve, vaste Beemsterbrug kwarr op 29 maart 1613 gereed en Leeghwater zelf timmerde hem. IJsbrant Jansz de Lange was de eerste die er met paard en wagen over heen reed. Ook dat vermeldt Leeghwater met grote precisie. Op die 29e maart 1613 was het Schermereiland dus echt eiland af. Maar zo voelde en zag men dat niet. Je zegt ook nog steeds "op Wieringen", en dat is sinds de inpoldering van de Wieringermeer een slordige driekwart eeuw geleden toch ook geen eiland meer. En de Wieringers hebben nog steedt heimwee van vader op zoon en moeder op dochter naar die oude tijd. Bij velen was er dan ook groot enthousiasme voor een plan tot aanleg van een groo- randmeer rondom het oude eiland zodat het gevoel weer klopte met de realiteit. Nog sterker vindt je dergelijke sentimenten op Urk, in alle opzichter in de Noordoostpolder een wereld op zich. Alhier was het in de zeventiende eeuw niet anders. Men bleef hardnekkig over het Schermereiland spreken. In de tweede druk van Leeghwaters Kleynt Chronycke uit 1654 wordt daar zelfs in een voetnoot speciaal op gewezen. Ni lag het midden in het land, maar vroeger was het zo "...dat men uyt dit Eylant niet en konde te voet gaen, dan men moest met schuyten daer uy varen". Door de droogmaking van de Beemster, Schermer en Starnmeer wa; daar verandering in gekomen, maar denk erom, het heeft de oude naam be houden en .het [wort] noch het Eylant by de Inwoonders aldaer..genoemt" zo valt in die voetnoot te lezen. Die hele eilandmentaliteit, dat saamhorigheidsgevoel, heeft zeker eer grote impuls gekregen in de oorlog tegen de Spanjaarden. In 1573 k^vam de strijd heel erg dichtbij. Op 21 augustus van dat jaar begon het beleg var Alkmaar en aan het einde van die maand bezette Bossu de Zaanstreek er Waterland. Het Schermereiland werd daarmee strategisch gesproken een belangrijk punt. Viel het in handen van de Spanjaarden, dan verkregen die de controle over de doorvaarten tussen de grote meren als het Spijkerboor, de Vuile Graft en het Zwet. Daarom liet de beruchte watergeus Sonoy op de Starnmeer oorlogsgaleien patrouilleren. Zo bleef hij heer en meester op het water. Aan het oost- en zuideinde van De Rijp werden schansen opgeworper 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 8