Het Schermereilandsentiment
Van eilander naar plattelander
(bewerking van een rede uitgesproken tijdens de Rijper museumnacht,
zaterdag 30 oktober 2004)
Hij gooide hoge ogen bij de verkiezing van de grootste Nederlander aller
tijden en kwam ook nog uit De Rijp: Jan Adriaensz. Leeghwater. En na
tuurlijk vond hij als rechtgeaarde 'kooleter' de plek waar hij was geboren
het beste Dorp in Hollandt". Let wel: in Holland, want Leeghwater was een
bereisd man, had Duitsland, Engeland en Frankrijk bezocht. Hij was verder
Jan De Rijp gekomen en Hondschoten in Vlaanderen vond hij toch "het beste
)orp daerick in mijn leven in geweest ben". Best boven best dus, waarmee de
iloude Rijper trots wat mij betreft toch een kleine deukje heeft opgelopen.
Hoe dan ook, die Jan Adriaensz. Leeghwater vormt als geboren en geto-
en Rijper een mooie ingang om iets te zeggen over het Schermereiland rond
600. Nou wil ik het niet over de economie gaan hebben, over de landbouw,
le haringvangst en walvisvaart en de windmolens en ook niet over het land-
chap. Dat kunnen anderen, Herman Kaptein bijvoorbeeld, veel beter dan ik.
Nee, ik wil proberen iets te zeggen over hoe het voelde om Schermereilander
e zijn aan het begin van de zeventiende eeuw, over de mentaliteit. Bestond
er een soort eilandsentiment en zo ja, hoe sterk was het, hoe lang hield het
an en wat waren de beslissende momenten daarin?
Om te beginnen moeten het hier toch wel redelijk vrijgevochten lieden
ijn geweest. Leeghwater schetst de inwoners van Groot-Schermer bijvoor
beeld rond 1600 als "...wat rouw van manieren ende zeden", maar gelukkig,
naderhand werden ze "al seer betemt ende manierigh". De Rijpers, die waren
eer bedrijvig, "seer naerstigh ende kloeck.om haer broot te winnen, ende
om haerhuys voor te staen" oftewel hun huisgezin te onderhouden.
Daarnaast was er in alle dorpen op dat Schermereiland zeker een behoor-
'ijk sterk "wij-idee" tegenover "zij" van buiten, van de vaste wal, aanwezig.
Maar het verhaal is bekend, aan het begin van de zeventiende eeuw was het
snel met dat Schermereiland gedaan. Na het droogvallen van de Beemster in
1612 kan je toch eigenlijk niet meer van een echt eiland spreken. Met de
voltooiing van de Beemsterbrug aan Oosteinde van De Rijp hield het eiland
definitief op eiland te zijn. Dit is dus niet alleen een belangrijk moment voor
het verkeer en transport, maar ook voor de psychologie van de bevolking. Je
kon lopend van het eiland af!
Geen wonder dat Leeghwater in zijn bekende Kleyne Chronycke van Graft
en de Ryp uitgebreid bij die brug stilstaat. Hij vertelt hoe er eerst door de