De heilige rechten Om de gang van zaken daarbij te kunnen begrijpen ver terug in de tijd Tot in 1399 toen graaf Albrecht via een octrooi aan schout en schepenen van het oude Schermer, waar (West)Mijzen en later Schermerhorn onder viel, het recht gaf om de dijken in hun gebied te onderhouden. De registratie en bekendheid van dit soort octrooien is verbazingwekkend. De geldigheid ging kennelijk van bestuur op bestuur want bijvoorbeeld in 1584/1585 (bij het proces tot voor de Hoge Raad van Ursem en Oostmijzen tegen Schermer horn) en in 1635 (bij problemen over de Braak na de inpoldering van de Beemster) speelde het octrooi nog een rol. Ook daarna werkte het octrooi nog door en betekende het concreet dat Schermerhorn, Oostmijzen en Ursem ieder voor het onderhoud van hun eigen deel van de ringdijk verantwoordelijk waren. De 'gemeenmaking' -hiermee wordt bedoeld het gemeenschappelijk onderhouden van een dij!; om een gebied, onder een centraal gezag- kwam extreem laat tot stand. De provinciale regelgeving van 1797 bracht wel aparte waterschapsbesturen, maar de driedeling (Schermerhorn, Oostmijzen, Ursem) bleef bestaan. Door de vorming van het heemraadschap Mijzen in 1870 kwam de gemeenmaking ook nog niet tot stand omdat de drie districten baas in eigen huis bleven. De overstroming van 1889 bracht uiteindelijk een eind aan de driedeling: de gemeenmaking werd door de provincie afgedwongen als voorwaarde voc r een omvangrijke herstel-subsidie. De doorbraak kwam tot stand in een stu< van de dijk dat onderhouden werd door Schermerhorn. Toch kan daarmee niet gezegd worden dat Schermerhorn de 'schuldige' was. De doorbraak wes een gevolg van het het ontbreken van een sterk centraal gezag in waterhui houdkundig opzicht en van de ongelukkige 'acht cm boven AP regel'. Meer hierover kunt u lezen in 'De Mijzenpolder: duizend jaar veen en water' van de hand van de auteur van dit artikel (verschijnt in april 2005). Ik geef de pen door aan Diederik Aten. Dick Mant '1 44 Museui uu.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 44