waardoor de geheele polder blank geloopen is. De bewoners
moesten bijna allen hunne woningen verlaten en hebben bij
anderen schuilplaats gezocht. De schade is zeergroot.
Den 1 des namiddags was de genie, aan wie het herstel van den
dijk door het polderbestuur was overgelaten, er bijna in geslaagd
de breuk te heelen, zoodat men daarmede des avonds wel gereed
zal komen. Met macht van handen is men aan het werk, om
zakken met zand te vullen en daarmede het water te keeren. De
commissaris des konings in deze provincie bracht aan het terrein
des onheils een bezoek.
Dat het water helemaal tot de noordwest kant kwam blijkt uit de tekening op
pagina 41
Tot zover de 'verslaggeving' van de doorbraak. Belangwekkend zijn de
omstandigheden waaronder de doorbraak plaats vond. Hoe zat het met he
noodsein? Had het noodsein met de doorbraak te maken? Was de doorbraai
dom toeval?
Het noodsein
Het noodsein werd in 1827 ingevoerd nadat in 1795 'peilmaling' was inge
steld. Deze peilmaling hield in dat als bij de hoofdseinmolen in Spijkerboo
het boezemwater AP bereikt had er een stopsein, dat voor de molens dag en
nacht stilstaan betekende, doorgegeven werd aan alle 150 molens in het ge
bied van de Schermerboezem. Een blauwe vlag in de top van de molenroed
overdag en een lantaarn met drie kaarsen 's nachts gaven het stopsein aan
dat dan van district naar district werd doorgegeven.
Er bleven na de instelling van de peilmaling grote problemen, omdat
plaatselijk het water door harde wind opgewaaid kon worden, waardoor ee r
gevaarlijke situatie kon ontstaan zonder dat in Spijkerboor AP bereikt wa:
Dit leidde in 1827 tot het zogeheten noodsein: vier molens werden aangewe
zen als zogenaamde noodseingevers. Als daar het water de hoogte van acht
cm boven AP had bereikt mochten deze noodseingevers ook een stopseii
afgeven dat dezelfde kracht had als dat van de hoofdseingever. Een van d's
molens stond bij de Mijzenpolder, in Avenhorn.
Om deze acht cm boven AP, die als onrechtvaardig werd beschouwd ten
opzichte van AP bij de hoofdseinmolen, is eeuwenlang strijd gevoerd. Voor de
'zwakke' partij, de oude -veenweide- polders, was die acht cm boven AP veel
te hoog. Bij de doorbraak speelde dit nog steeds een rol. Maar belangrijker
was het gebrek aan gezamenlijk beheer van de ringdijk, met als achtergrond
de enorme rechtszekerheid in bestuurlijk opzicht.
42
Museui «He