beurd na de hereniging van de twee voornaamste doopsgezinde stromingen, die der Lammisten en der Zonnisten, genoemd naar de (schuil)kerken het Lam en de Zon waar zij, in Amsterdam, plachten samen te komen. In principe zijn de doopsgezinde gemeenten altijd autonoom geweest, maar voor som mige doeleinden was zo'n gemeenschappelijk orgaan als de ADS erg nuttig. Denk bijvoorbeeld aan de band met de opleidingen van de predikanten aan iet Doopsgezind Seminarie te Amsterdam (met zijn relatie tot de universitaire heologische opleiding aldaar) en de er aan verbonden docenten. Of aan de organisatie van de financiële ondersteuning van de studenten. In de praktijk waren alle gemeenten lid van de ADS. Zij hadden echter niet allen stemrecht op de algemene vergaderingen die enkele malen per jaar werden gehouden :n de Singelkerk in Amsterdam). Het stemrecht van een gemeente werd amelijk bepaald door de, door die gemeente zelf vrijwillig vastgestelde, nanciële contributie aan de ADS. Hoe groter de contributie, hoe meer afge- aardigden een gemeente naar de vergadering mocht sturen en dus hoe meer .'temmen zij kon uitbrengen. Daarbij gold echter wel een bepaalde drempel. Haalde een gemeente die drempel niet, dan viel er géén afgevaardigde te stu ren, en dus ook niet te stemmen. Het was gemeenten echter wél toegestaan l un krachten te bundelen, d.w.z. als de gezamenlijke contributie van enkele, 1 ij voorkeur naburige, gemeenten de drempel overschreed, dan mochten die een gezamenlijke afgevaardigde sturen. In de jaren waarover wij het hier f ebben, werd daar door slechts weinig gemeenten gebruik van gemaakt. Gemeenten met veel leden en dus veel inkomsten konden veel afgevaar- c gden sturen, daardoor stond Amsterdam bovenaan met, bijvoorbeeld in het j ar 1907, 153 afgevaardigden, en daarvan maakten er 9 deel uit van het 26 1 den tellende bestuur van de ADS, terwijl de welvarende gemeente Haarlem op de tweede plaats kwam met 88 afgevaardigden en 5 bestuurders, en de F iesche Doopsgezinde Sociëteit op de derde plaats met 57 afgevaardigden e i 3 bestuurders. De overige 9 bestuurders kwamen uit 9 andere gemeenten. V 'ij vinden deze gegevens in de notulen van de jaarvergaderingen van de A 9S. Die werden in die jaren in gedrukte vorm verspreid. Ik had het geluk er n et helemaal voor naar de afdeling Mennonitica van de Universiteitsbiblio theek te Amsterdam te hoeven reizen, want het bleek dat de notulen over de jaren 1893-1925 op de Universiteitsbibliotheek in Groningen waren te raad- p sgen; onderdeel van een schenking aan de bibliotheek van wijlen de doopsgezinde Ds K.Vos uit Middelstum in Groningen. De notulen zijn heel uitvoerig, daarom verwachtte ik er ook voor Noordeind één en ander uit af te leiden. Nu, dat viel tegen. De gemeenten die de genoemde drempel overschreden, dan wel dat deden in combinatie met een andere gemeente, worden in de 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 33