Pieter Bruin woonde in het jaar 1832, toen de kadastrale herziening plaats vond, op kadastraal no. 103, d.i. direct ten zuiden van de tegenwoordige "pastorie". Een woonhuis, nu, van dezelfde architectuur als de pastorie, dat tot 1976 steeds door nazaten Bruin is bewoond gebleven. Beide woonhuizen zullen hebben gedateerd van ongeveer de tijd waarin de vermaning naar zijn tegenwoordige stee verhuisde. Pieter Bruin moet zijn werkzaamheden als leraar - naast die voor de touwslagerij - flink hebben aangepakt. Het handschrift (zie de afbeeldingen) verraad een zelfbewust, zorgvuldig karakter. De door hem en enkele opvol gers uitgevoerde en ingeschreven dopen in de periode 1825-1894 [CDROM, pag. 77-129] geven het onderstaande lijstje van de aantallen dopelingen voor atervallen van tien jaren. Bovendien de "instroom" van broeders en zusters net attestatie van elders, de meesten uit de naaste omgeving. De "uitstroom" ;eb ik niet nagegaan. "ijdvak Mannen Vrouwen tezamen met attestatie van elders 825-1834 6 9 15 7 835-1844 17 10 27 10 845-1854 12 11 23 5 855-1864 11 19 30 11 865-1874 15 12 27 12 875-1884 12 15 27 24 885-1894 12 9 21 10 Pieter lijkt de catechesanten flink bij de les te hebben gehouden, en de emeente krachtig nieuw leven te hebben ingeblazen, iets waar ook zijn opvolgers van geprofiteerd zullen hebben. Aan het Kerckenboeck [CDROM, pag. 108e.v.] ontleen ik de bijgaande lijst van opvolgers van Pieter Bruin, een uitbreiding van de lijst in Ds Wybrands' artikel, die uiteraard niet verder ging dan het jaar 1877; Ds Wybrands verliet Noordeind alweer in 1878. Het leek mij nuttig die uitbreiding bij deze gele genheid vast te leggen. Nadat Pieter Bruin in 1861 met emeritaat ging werd het leraarschap bekleed door proponenten, telkenmale slechts voor korte tijd. Was de Gemeente door te lage salariëring toch niet in staat de leraren voor langer tijd aan zich te binden? 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2005 | | pagina 29