De bepalingen der Predikbeurten en dat van het Tractement zijn als 't
volgt. De gewone predikbeurten zijn bepaald om de veertien dagen
Deze bepalingen betrekkelijk de gewone predikbeurten worden gemaakt
voor de tijd van twee jaren, dan wenschten wij die te verzetten op drie
beurten in de vier weken
Dit een en ander wenschten wij voor de som van Eenhondert en Vijftig
Guldens in het jaar onder deze bepaaling dat wij wanneer wij door het een
of ander, in de gelegenheid gesteld worden van eenige bijlage te kunnen
doen wij ons daaraan niet zullen onttrekken.
De beroepene betuigde zich niet ongenegen het hem aangeboden beroep aan
e nemen [CDROM, pag. 69/70], evenwel onder de voorwaarden dat er in het
erste jaar inclusief de hoogtijdagen niet meer dan 26 preekbeurten zouden
ijn, en dat hem de pastorie ter beschikking zou staan. Het eerste werd
leteen ingewilligd, het tweede na enig beraad. Op 7 November 1824 werd de
eroepene bevestigd door zijn vader, de al eerder genoemde Willem Bruin uit
Westzaan, en op 25 November daarna hield hij zijn eerste catechisatie "en
i ad toen het genoegen Vier-en twintig leerlingen te tellen."
Deze notulen werden ondertekend door Willem Honig en Adriaan Blaauw.
.aatstgenoemde mijn grootvaders grootvader.]
Pieter Wzn Bruin.
Op de achterkant staat:
vader van Louwris
27