"Na dat het houden der notule sins verscheidene jaaren is verzuimd
geworden heeft de thans fungeerende kerkeraad van deze Gemeente
(de noodzakelijkheid daarvan inziende) begreepen om dezelve van dit
oogenblik weder te houden ten opzichten van die saken die eenigszins
merkwaardigen voor de toekomst eenig nut kunnen opleveren.
De thans fungeerende kerkeraad bestaat uit vier personen met name
Maarten Prins
Willem Honig
Adriaan Blaauw
Pieter Bruin Wzn
De Gemeente telt thans zie Bl. 28 leden en behalven 30 a 40 kinderen -
dus te samen 60 a 70 zielen.
Het bladzijde nummer is niet ingevuld in het Kerckenboeck.
En vervolgens, op hetzelfde blad:
"Op den elfde November 1824**) vergaderden de eerste drie genoemde
leden van de kerkeraad [dat zijn dus Prins, Honig en Blaauw], benevens de
manneleden van de Gemeente met oogemerk om tot het beroepen van een
Leeraar over te gaan, welk beroep ook dan met alle gemeene stemmen van
de aanwezigen kerkeraad en leeden werd uitgebragt op Pieter Bruin Wzn
te Noordeind van Graft die hem van tijd tot tijd tot het Leeraarsampt
had voor-bereid, en die blijkens het verslag van de Algemeene Sociëteit
van 1824 na gedane exsamen als Proponent bij genoemde Sociëteit
te Amsterdam was aangenomen.
Copie van de beroepsbrief, op den 12 Sept. 1824 afgezonden aan
Pieter Bruin Wzn.
In de kantlijn.- "11 November moet zijn 11 September"
Daarna volgt de copie van de tekst van de beroepingsbrief, die ruim twe
en een halve bladzijde van het Kerckenboeck beslaat. Ik citeer er enkele zir
sneden uit:
"Daar wij kerkeraadhebben goedgevonden onze Broeders op te
roepen, om in dit geval over eene zaak die voor de Gemeente van het
grootste belang is te spreken betreffende UwE persoon, namentlijk om
UwE bij ons als leeraar te beroepen waarmede wij zoo gelukkig geslaagd
zijn, dat wij niet slechts door eenigen, maar door alle de aanwezige
Broeders versogt zijn, met ons genomen besluit voortegaan en UwE
tot den man te verkiezen die ons tot de Zaligheid zal zoeken voor te
bereiden. Waarop wij hebben begrepen hiervan spoedig gebruik te maken
om die zaak (die zeer veel in zich bevat) UwE bekend te doen worden en
dezelve UwE regtstreeks te doen toekomen niet als kennisgeving, maar
als een volkomen beroep.
26