De Doopsgezinde Gemeente Noordeind
in de 19de eeuw; wel en wee
Het onderstaande artikel is op verzoek van het bestuur van de Noordeinder
Vermaning geschreven door Prof. Biaauw.
De uitnodiging, iets te schrijven bij de 350ste geboortedag van de Doops
gezinde Gemeente Noordeind, grijp ik graag aan om enkele zaken uit de
historie van de Gemeente aan de vergetelheid te onttrekken. Op grond van
wat onze voorouders schreven in de inleiding van het Kerckenboek van de
Gemeente en op grond van enkele andere overwegingen, kwam ik tot de con
clusie dat 1655 gezien moet worden als het jaar van de oprichting van de
Gemeente (zie mijn artikel in jaargang 27, van het jaar 2001, van Doopsgezinde
Bijdragen, Nieuwe Serie). Ik bezie dit keer gebeurtenissen in de 19de eeuw,
doorlopend tot in het begin van de 20ste, ook nu weer naar aanleiding van
aantekeningen in het Kerckenboeck. Het moet mij wel even van het hart, dat
onze doopsgezinde voorvaderen zich niet helemaal hebben gehouden aan de
belofte die zij uitspraken in die inleiding. Daarin schreven zij immers, niet
alleen voornemens te zijn te vermelden '"t getal van de lidmaten der selver,
alle resoiutien ordonnantiën etc", maar ook "alles dat in de selve gemeente
soude mogen voorvallen dat noteerdens waerdigh is". Het werd tenslotte
voornamelijk een doopboek en een redelijk goed bijgehouden ledenregister,
met slechts hier en daar een incidentele gebeurtenis. Zo zoeken wij, bijvoor
beeld, tevergeefs naar de besluitvormingen die twee maal leidden tot de
bouw van een nieuwe vermaning, of zelfs maar naar de heugelijke inwijding
daarvan. Het zij onze broeders van het verleden vergeven, er blijft best nog
wat vermeldenswaardigs over. Ik kies voor de krachtige leraar Pieter Bruin
en voor de toegewijde diaken Adriaan Biaauw, mijn grootvader.
Het Kerckenboeck is intussen onderdeel geworden van het Regionaal
Archief in Alkmaar. Ik raadpleegde het door middel van de weergave op
CDROM, gekregen door bemiddeling van de afdeling Mennonitica van de
Universiteitsbibliotheek Amsterdam. De CDROM nummert de bladzijden van
het Kerckenboeck op zijn eigen systematische manier, niet identiek aan die
aangebracht door de schrijvers van het Boeck, die zich hier en daar wel wat
onregelmatigheden veroorloofden.
Het tijdvak van Pieter Bruin Willemszoon (1824-1861)
In de jaren rond de overgang van de 18de naar de 19de eeuw, zegge van
1780 tot 1820, ging het niet zo best met de Doopsgezinde Gemeente van
Noordeind. We wisten dat al uit het historisch overzicht dat Ds C.N.Wybrands
24