Bemard Nieuwentijt 350 jaar geleden geboren
in West-Graftdijk
De meest spraakmakende geleerde die het Schermereiland heeft voort
gebracht is Bemard Nieuwentijt, geboren op 10 augustus 1654 in West-
Graftdijk. Na een onstuimige jeugd, hij werd verwijderd van de universiteit in
^eiden, studeerde hij geneeskunde in Utrecht en bond hij de strijd aan met
iet 'ongodisme' en met een grootheid als Leibniz. Zijn boek 'Het regt gebruik
der wereltbeschouwingen' verscheen in vele vertalingen. In dit artikel komen
•/ele aspecten uit zijn leven en werk aan de orde, onder andere hoe hij het
)estaan van God kon bewijzen'.
Leven en studie
Op 10 augustus 1654 werd Bemard Nieuwentijt in West-Graftdijk geboren.
Zijn vader, Emanuel Nieuwentijt, was bijna vijftig jaar predikant in West-
Graftdijk. Een honkvast persoon die kennelijk tevreden was met zijn werk in
ie kleine gemeente en die geen carrière zocht in een grotere gemeente.
Op 20-jarige leeftijd, in december 1675, liet Nieuwentijt zich inschrijven in
de faculteit van de geneeskunde in Leiden. Erg succesvol en langdurig was
ijn studie daar niet. Nog geen jaar later stond hij terecht voor de academi-
che vierschaar. Niet betaalde rekeningen, gevallen van bedreiging en
nishandeling, het inslaan van vensterglazen enzovoorts werden hem ter laste
;elegd. Hij had zich in plaetse van sijne studije in alle modestije te vervolgen,
ntegendeel tot een gantsch ongebonden leeven begevenToen hij de waard
'an herberg De Zwaan met gebloot rapier achterna zat, omdat deze de zaak
om één uur 's nachts wilde sluiten, werd hij gearresteerd. Een boete en een
schadevergoeding was het gevolg. Bovendien werd hij voor tien jaar uit de
stad Leiden verbannen.
Direct nadat hij zijn gevangenisstraf had uitgezeten liet hij zich in de
maand januari van 1676 inschrijven aan de universiteit van Utrecht, waar hij
nauwelijks een maand later (op 18 februari) promoveerde tot doctor in de
medicijnen. Promoveren was toen in Utrecht in heel korte tijd mogelijk, maar
de snelheid waarin Nieuwentijt de bul haalde betekent dat hij in Leiden toch
wel het een en ander geleerd had.1
Uit Nieuwentijts proefschrift en uit zijn wiskundige werk ('Considerationes'
in 1694 en 'Analysis infinitorum' in 1695) blijkt een zekere sympathie voor de
Veel uit dit artikel is ontleend aan het proefschrift van Rienk Vermij over
Bernard Nieuwentijt.
13