ker en ontstond de noodzaak voor het ruilen van producten (melk en boter voor graan) en dus voor handel. Koeien werden niet meer voor de mest ge houden maar voor de melk en boter. Er ontstond een markteconomie met import en export. Dezelfde landschappelijke veranderingen, de nieuwe markteconomie en de verminderde werkgelegenheid in de veeteelt zorgden later voor een enorme deelname van de bevolking van het Schermereiland aan de visserij en de zeevaart. De uitvinding van haringbuis, vleet (een lang visnet) en de mogelijkheid de haring op volle zee (aan boord) te kaken waren belangrijke ontwikkelingen. Holland kreeg een monopoliepositie bij de ha ringvisserij. Met haring voer men naar de Oostzeegebieden en men kwam met graan terug. Via de Sonttol registers (van 1497-1870 bijgehouden) wordt duidelijk dat de meeste schippers die door de Sont voeren uit (Noord-) Hol land kwamen. Conclusie van Herman Kaptein: 'we waren niet slimmer, we werkten niet harder, we werden gedwongen door de landschappelijke ontwikkelingen'. ontwatering Deze bodem- Ie 1100-1300 nselijk ingrij- ndat de grote ontstaan wa leze werd be :en was er tot lorspronkelijk g nodig was ;ehouden, die vaterde hooi igen. Turfwin oners van het andering, het teeds moeilij Na de pauze ging Herman Kaptein aan de hand van archiefonderzoek na hoe groot de rol van Jan Adriaenszoon Leeghwater geweest is bij de verbete ringen van de molenbemaling. Met nadruk stelde hij dat het niet zijn bedoe ling was Leeghwater 'van zijn voetstuk te stoten'. Hij pleitte alleen voor het scheppen van een historisch juist beeld van Leeghwater. Herman Kaptein schetste het beeld van Leeghwater in de loop der tijd De eerste, vernietigende, kritiek op het heersende beeld van Leeghwater werd in 1944 door De Roever geleverd. Volgens De Roever was het beeld van Leeghwater door historici uit vorige eeuwen veel te positief geschetst. Het aantal vernieuwingen door Leeghwater was volgens hem gering. In 1975 gaf Baars een genuanceerde karakterisering. Deskundig, door zijn opdrachtge vers gewaardeerd en hoog gesalarieerd. Bij het beeld van Leeghwater als ontwerper van het bemalingssysteem van de polders en toezichthouder daar op schreef Baars: Leeghwater heeft nooit de algehele leiding gehad van een dijkage. En verder: hij was in Noord-Holland algemeen bekend als water bouwkundige, maar buiten dit gebied was dat niet het geval, en de opdrachten die hij elders kreeg, kwamen tot stand door aanbeveling van zijn Hollandse relaties en door er zelf op uit te trekken. Hij was geen internationale beroemd heid, maar gewoon een degelijk vakman. Herman Kaptein ging in op de belangrijkste verbeteringen in de molenbe maling tussen 1560 en 1650 (de tijd dat Leeghwater leefde) en op de rol van Leeghwater daarbij: de buitenkruier bestond al voor 1600. Leeghwater was niet de uitvinder. het ontwerp van Leeghwater voor een buitenkruier, die gebruikt 107

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 7