ft en vleesrestanten werden er afgeschraapt en voor het vervoer over land wer den ze bij elkaar gebonden. Baleinen vonden gretig aftrek bij de kopers, vooral uit Amsterdam waar veel baleinverwerkingsbedrijven waren gevestigd. Gemiddeld brachten ze 40 gulden per 100 pond op. De baleinen werden eerst in de openlucht gedroogd, gesorteerd naar lengte onder- of bovenmaats en tot bossen bijeengebonden. Deze gestandaardiseerde bossen werden samen met de walvistraan opgeslagen in zogenaamde baardpakhuizen en traanpak- huizen. In Amsterdam waren er veel te vinden, o.a. de drie Groenlandse pakhuizen uit 1621 aan de Keizersgracht zijn heel bekend. De traan werd in de kelders bewaard in gemetselde bakken en op de verdiepingen lagen de baarden opgeslagen. In 1685 kwam er een verbod om traan in de binnenstad op te slaan. Balein werd verhandeld op de goederenbeurs in Amsterdam. De 'balein- en traankopers' ook wel 'handelaren van Groenland en Straat Davis' genoemd, hadden een eigen plek op de beurs tussen de schippers en kooplieden met handel uit het Oostzeegebied. De bemanning van een walvisvaarder be stond ongeveer uit 40 koppen, waaronder 4 harpoeniers. Er gingen doorgaans 5 sloepen mee. De verdienste van de bemanning liep erg uiteen, vooral als de gage geheel of gedeelte lijk van de vangstresultaten afhankelijk was De matrozen vingen 15 a 20 gulden per maand. De Commandeur, de stuurman en harpoeniers werden per kwarteel betaald, ze kregen ongeveer 22 stuivers per kwartee 230 liter). De harpoenier kreeg hier over heen nog 6 gulden per gevangen vis. De Commandeur kreeg ook nog eens 6 duiten per aangevoerde baard. De reis duurde door gaans van eind april tot eind augustus, voor vertrek ontving de bemanning één maand gage, de rest werd bij afmonstering afgere kend. De waarde van de baarden was vrij hoog maar varieerde afhankelijk van de vraag. In 1652 ving men b.v. 11,50 gulden per 100 pond, in 1689 was de prijs tot 207 gulden per "Korset van mooi ongebleekt dril sierlijk en sterk, zeer rechte vorm, gegarandeerde nieuwe echte balein." 146 Museuf Bulletin

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 46