heen, het was dan eindelijk gebeurd, ik had zelf mijn eerste snoek gevangen en hij had de maat ook nog en mocht dus mee naar huis!! Op dat moment heb ik nooit kunnen denken dat ik later honderden snoeken per seizoen zou vangen, laat staan een snoek groter dan een meter, en ook weer zou terug zetten. Over metersnoeken gesproken, ik heb in de Eilandspolder nooit een snoek groter dan die magische metergrens gevangen. In het zurige water met een vrij hoge pH groeien de snoeken niet zo groot als in het kalkrijke water van de polders tussen Hoorn - Medemblik en Enkhuizen, weet ik nu ik een soort snoekprofessor ben. Grappig trouwens dat ik nu al meer dan duizend snoeken groter dan een meter gevangen heb en deze week, om precies te zijn op maandag 2 februari 2004, mijn tot nu toe langste snoek van 122 cm in Nederland ving. Zo'n driekwart van al die metersnoeken ving ik in Canada, dus de snoekende lezers hoeven zich niet meteen naar Bovenkarspel te haas ten. Wat er nooit veranderde in al die jaren dat ik vis, is het plezier dat ik er aan beleef. Mijn moeder verklaarde me vroeger voor gek als ik bij regen en storm, goed snoekweertje zeiden we dan, al vroeg de polder in ging en pas met donker moe en voldaan terugkwam. Ik neem aan dat de rest van de fa milie nog steeds niet begrijpt dat ik me de rijkste persoon ter wereld voel als ik zonder een cent op stap midden in een Hollandse polder aan het vissen ben. Ik heb nog steeds een aantal goede visvrienden in De Rijp en omstreken wonen en heb een mooie dag als ik b.v. met Ekkie Taam, Arie Hoedje Veen- man, Toon Zomerdijk en Juust Schippers een dag in mijn polders ga en ging snoeken. Ach, ik kan zo nog wel een tijdje doorgaan. Dan denk ik weer aan die reeds lang overleden baarsvissers die mij probeerden te overtuigen dat het stekelige visje in het emmertje een baarsje was en geen schele pos, maar daar trapte ik als jongste controleur niet in. Ik kende de trucs van vaak dezelfde langslapers die op zondagmorgen net voor de eerste toeter zich nog kwamen opgeven en dan op de betere staartstekken kwamen. Ik zie Dirk Pol man met zijn eigen gemaakte vierkante kurken drijvers rustig op zijn emmer zitten en meestal ving hij een maatbaars met zijn vrij grove materiaal. enslotte... Ik kan nog wel een tijdje doorgaan met het analyseren van de rekeningen van 40 - 50 jaar geleden, met het zoeken naar bijzonderheden in het oude ledenbestand en de ontvangsten en uitgaven van deze naar mijn mening belangrijke vereniging uit Graft-De Rijp. Dat doe ik nu in ieder geval niet, misschien een ander keer. Eigenlijk zou je de boeken met de notulen van de 125

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 25