Hoe meer je over al die verandering nadenkt, hoe meer je tot de conclusie komt dat er toch wel heel veel veranderd is in enkele decennia. Toch zijn er enkele dingen niet veranderd en ook zijn er momenten die ik nooit zal ver geten, daarover later nog wat meer. Momenten die ik nooit vergeet en dingen die niet veranderden. Als je over die "goede oude tijd" schrijft, als je die bekende namen in die ledenlijsten ziet en als je de rekeningen voor de prijzen en andere uitgaven nog eens doorneemt, komen er ook weer gebeurtenissen naar boven die je nooit meer vergeet. Ik schreef het al, op je 15e kampioen worden en al die "grote mannen" in de baarscompetitie achter je laten, is een heerlijk gevoel. Ik heb veel bekers, medailles en vaantjes gewonnen met wedstrijdvissen, ik was zelfs een keer derde bij het Nederlands Kampioenschap op witvis en enkele keren baars- kampioen van de hengelsportfederatie "De Noordkop". Maar die allereerste wisselbeker die ik won, nota bene geschonken door de Amstel brouwerij, geeft me na 45 jaar nog altijd de meeste voldoening van alle prijzen die ik al vissend gewonnen heb. Een bijzonder moment was ook het behalen van het clubkampioenschap na het vissen van een barrage, dus een soort tweekamp, in de Tuingracht met Ekkie Taam. Dat was verdomd spannend en ik was tenslotte de gelukkige die na de zoveelste verlenging de eerste baars ving. Als men nu zou vragen welke vis de meeste indruk op me gemaakt heeft, dan is het de eerste snoek die ik helemaal alleen ving. Kijk, als ik jochie met die lokale snoekvissers mee mocht de polder in, gebeurde het wel eens dat ik de hengel even mocht vasthouden als de snoek goed gehaakt was, maar dan had ik niet echt het idee dat ik hem gevangen had. Toen ik 11 of 12 jaar was, had ik genoeg geld met het vangen van aasvisjes verdiend om een echte bamboe snoekhengel, met koper in koper bussen, bij van Braam te kopen. Ik had ook de noodzakelijke Kleine Visakte op het gemeentesecretarie gekocht alsmede de snoekvergunning van de club zodat politieagent Londo, met wie ik vanwege het zoeken van eenden-, koeten- en kievitseieren een soort haat liefde verhouding had, me niet kon bekeuren. Op de fiets naar het Jagersbruggetje en in het slootje dat langs het dijkje van het Kamerhop liep, ving ik mijn allereerste snoek zelf. Als de snoek de aasvis pakte, moest je eerst een tijdje wachten totdat de snoek het visje keer de en naar binnen werkte. Dan pas mocht je aanslaan. Welnu, de dobber schoot onder en in een flits tikte ik veel te hard aan. De snoek van 51 cm vloog door de lucht, raakte los van de haak, maar lag in het gras en was gevangen. Een onvoorstelbaar tevreden gevoel kwam over me 124

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 24