Van Eeuwijk
jk graag dat
wachten, nu
es Woudt de
gevraagd als
waren mevr.
heren Neef
tect) en Van
;root en de
handen van
:n er op een
oer, die met
:n heel klein
5 is altijd het
i regio naar
-aannemers,
er aangaf te
re geen spijt
i neerzetten.
achterhuis
n.
Juni. De betonnen bak van de kelder is
gestort
Oktober. De eerste delen van de buitenwand
zitten op de stijlen
1 1
BBB n
Musetf
Nadat de damwand was geslagen, werd de bouwput voor de kelder van
het achterhuis uitgegraven. Dat gebeurde op zeer voorzichtige wijze met een
door de firma Woestenburg gesponsorde happer en onder het toeziend oog
van een adhoc archeologische groep (Jan Vos, Peter Eggers, Pim Terpstra,
Jean Eybergen, Aldert Pilkes en Libbe Reitsma), waarvan velen al eerder met
elkaar gewerkt hadden als graafgroep van de Oudheidkundige Vereniging. Er
werden kespen van een oude fundering en een waterput blootgelegd. Op het
achterterrein had blijkbaar een flink huis of pakhuis gestaan. De
bodemvondsten beperkten zich tot een zeventiende-eeuwse beitel, een
hamerkop, een deel van een scheepsspant, wat fragmenten slibaardewerk,
een fragment van een houten kom (met huismerk), wat gespen en munten.
Toen ging de aannemer aan de gang. Langzaam verschenen de contouren
van het achterhuis. Door Koos Koppes, monteur van het installateursbedrijf
Witte uit Ursem, werd een indrukwekkende hoeveelheid leidingen gelegd.
Wim Brouwer, aannemer in ruste, kwam bijna elke dag vanuit Grootschermer
op zijn fiets naar De Rijp om op de vorderingen van de bouw toe te zien. Hij
vas tevreden over het vakwerk van de aannemer en zijn mensen, maar wees
er regelmatig op dat het tempo lager lag dan gepland, gevolg van een te
gering aantal werkers op de bouwplaats. In december was het gebouw van
buiten op het schilderwerk na klaar. Binnen waren inmiddels de wanden
gestuct en de afwerkvloeren gelegd.
Verhuizen betekende uiteraard ook dat het museum nieuwe buren kreeg.
Buurman Oldenburg was het museum steeds ter wille, ondanks de soms niet
te vermijden overlast van de bouw. De familie Schipper hield attent en actief
een extra oogje in het zeil.
Bulletin 39