overtoom of schutsluis in de Berkmeerdijk gelegd zou worden.
Alkmaar was geschrokken van deze ontwikkelingen. Toen er in 1700
klachten binnenkwamen over de bouwvallige staat van de overtoom bij
Hensbroek nam Alkmaar de kosten voor haar rekening. Wel moest Hens
broek beloven geen andere schuiten over te halen dan die van Alkmaar kwa
men of erheen gingen. In 1726 was weer herstel nodig. Opnieuw verlengde
Alkmaar de overeenkomst met 25 jaar.
Toen er sprake was van plannen om ook de Schermer droog te maken
spande Hoorn zich nogmaals in om de overtoom te Avenhorn te vervangen
door een schutsluis (1631) Ook nu verzetten de dorpen van de Veenhoop zich
tegen deze plannen, daarin gesteund door Alkmaar, Edam en Purmerend,
Enkhuizen en Medemblik. In 1634 moest Hoorn opnieuw afzien van de bouw
van een sluis ter vervanging van de overtoom van Avenhorn. In 1681 pro
beerde Hoorn het nogmaals. De dorpen in de Veenhoop gingen dit keer ak
koord, omdat Hoorn beloofde een watermolen te zullen bouwen tegen de
wateroverlast van de sluis. Alkmaar bleef echter tegen. In 1682 sloten Alk
maar en Hoorn een definitief akkoord, waarbij Hoorn de jaagweg tussen
Hoorn en Avenhorn in vrij eigendom kreeg met het recht er al dan geen tol in
te stellen.
Bij de droogmaking van de Schermeer voorzag Alkmaar grote moeilijkhe
den voor de bereikbaarheid van de stad. Het zou voor Alkmaar nog moeilijker
worden om naar Amsterdam en de Zuiderzee te komen. Maar ook dichter bij
huis lagen er problemen. Via de Schermer onderhield Alkmaar handelscon
tacten met de Beemster. De zuivel uit de Beemster werd over land vervoerd
naar het dorp Schermerhorn. Hier werd de zuivel overgeladen in schuiten en
naar de markt in Alkmaar vervoerd. Bij droogmaking van de Schermer zou
het handelsverkeer aangewezen zijn op de bochtige ringvaart. Om dat te
voorkomen, liet Alkmaar in het contract opnemen dat er dwars door de
Schermer een kaarsrechte vaart met aan weerszijden een weg van Alkmaar
naar Schermerhorn zou worden gemaakt.. Aan de uiteinden van de vaart
dienden de bedijkers bovendien nog schutssluizen te bouwen met ernaast
overtoompjes om kleine vletjes over de ringdijk te halen. De vaart (de Noor
dervaart),de wegen en de overtoompjes werden aangelegd, maar de bouw
van de sluizen werd uitgesteld. In 1667 werd deze verplichting door de
Schermer afgekocht voor 25.000,- gulden.
In 1760 wordt besloten tot 'het amoveren der twee overtoomen gelegen
aen het Oost en Westeinde van de Schermeer' Beide overtoompjes verkeer
den in slechte staat en werden datzelfde jaar gesloopt, omdat er weinig ge
bruik meer van gemaakt werd. Daarmee was de Noordervaart voor kleine
schuitjes van buiten de Schermer niet meer toegankelijk.
24