werden vervangen door overtomen. Zo werd ook de sluis bij Ilpendam op nieuw een overtoom. Bij de droogmaking van de Heerhugowaard in 1629 stelde Alkmaar onder andere als voorwaarde dat alle wegen en vaarten in de Heerhugowaard op Alkmaar moesten aanlopen, en dat er nooit buiten Alkmaar om een door vaart in de Huigendijk gemaakt mocht worden. Alkmaar greep de droogma king van de Heerhugowaard aan om de infrastructuur rond de stad te verbe teren. Zo werd er een nieuwe vaart gemaakt vanuit de ringsloot rond de Heerhugowaard bij Jan Boyes overtoom, waardoor deze overtoom overbodig werd om de stad te bereiken. De Jan Boyes overtoom om was de enige plaats waar men buiten Alkmaar om over de Huigendijk kon komen. Hoewel Alk maar in 1629 nog had toegezegd deze overtoom goed te zullen onderhou den, raakte de overtoom in verval. In 1657 was daar geen passage meer mo gelijk. Door aanleg van de nieuwe vaart werd ook de Fransges overtoom onbe reikbaar voor de schuiten uit Broek op Langedijk. Er werd een sluisje aange legd en er werden drie overtomen gebouwd die het mogelijk maakten over de Rekerdijk te komen. Het complex van het sluisje en de drie overtomen werd bekend als de Zeswielen. Door de droogmaking van de Heerhugowaard raakte Hoorn in een isole ment. Voor de dorpen ten westen en ten noorden van de Heerhugowaard was Hoorn alleen nog bereikbaar via de bochtige ringvaart en de overtoom te Rustenburg. Het was in 1638 dan ook Alkmaar die na klachten van de schip pers de overtoom te Rustenburg herstelde. Toen in 1651 de overtoom geheel vernieuwd moest worden namen Alkmaar en Hoorn ieder de helft van de kosten voor hun rekening. Ook de bestaande overtomen eisten hun onderhoud: In 1633 werden de overtomen bij Obdam en Hensbroek met hulp van Alk maar herbouwd, waarbij Alkmaar opnieuw de garantie eiste dat de bestuur ders van deze plaatsen nooit zouden toestaan dat er een sluis in de Berk- meerdijk werd gelegd. In 1657 werd deze overeenkomst tussen Obdam en Alkmaar voor 25 jaar verlengd. Ook de overtoom van Hensbroek was aan vernieuwing toe. Hierbij slaagde Alkmaar erin om een deel van de kosten op Heerhugowaard af te wentelen. In 1662 werd het akkoord tussen Alkmaar en Hensbroek verlengd met 25 jaar onder gelijke voorwaarden. In 1681 was de overtoom van Obdam weer aan herstel toe. Omdat Alk maar het verzoek tot een schutsluis op deze plek negeerde, wendde Obdam zich tot Hoorn. Hoorn ging akkoord met het leggen van een tweede sluisje in de Spierdijk bij het gehucht Driehuizen. (Er was hier al een overtoom). De regenten van Obdam beloofden Hoorn dat er binnen hun jurisdictie geen 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 23