aanvaren. Overigens bestond deze situatie in 1638 niet meer, omdat de Schermer in 1635 droog viel. De inpolderingen hadden grote gevolgen voor de infrastructuur en daar mee voor de scheepvaart. Kon men aanvankelijk via het open water van de meren gemakkelijk op Alkmaar, Hoorn of Amsterdam aanvaren, door de droogmakingen raakte het scheepvaartverkeer aangewezen op de ringsloten van de polders. Vooral Alkmaar drong steeds aan op het graven van brede ringsloten rond de nieuwe polders om te voorkomen dat deze stad als marktplaats onbereik baar werd. Ook deed Alkmaar veel om de infrastructuur rond de stad sterk te verbeteren. Werd er enerzijds geïnvesteerd in de verbetering van de bereik baarheid van de stad, anderzijds werd er voor gewaakt de verbindingen niet al te zeer te optimaliseren om te voorkomen dat de schuiten via de goede verbindingen andere steden zouden aandoen. Het is duidelijk dat met het opwerpen van een ringdijk en het leegpompen van de meren de niveauverschillen van het water in de polders en het water erbuiten zeer groot werden. Via sluisjes en overhalen werd in dit euvel voor zien. Bovendien werden er wegen aangelegd, waardoor het ook mogelijk was de steden over land te bereiken. In de tentoonstelling is een detail uit het Kaartboek van het Hoogheem raadschap van de Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland, (voor het eerst uitgegeven in 1680 en tot 1825 ongewijzigd herdrukt op de wapens na) opgenomen. De overtomen in het gebied van Alkmaar, de Scher mer en de Eilandspolder werden met rood omkaderd. Hieruit blijkt, dat het aantal overtomen in het gebied veel groter was dan de paar overtomen, die hier besproken worden. Bij de droogmaking van de Beemster (1612) spande Hoorn zich in om de overtoom bij Avenhorn te vervangen door een schutsluis. De dorpen in de Veenhoop verzetten zich daartegen, omdat zij bang waren voor wateroverlast door het schutwater. Ook Alkmaar stemde tegen, omdat deze stad niet was gebaat bij een betere bereikbaarheid van Hoorn. Zo bleef de overtoom bij Avenhorn gehandhaafd. Bij de droogmaking van de Broeker- en Buikslotermeer (1624) werd er door Edam op aangedrongen de overtoom bij Ilpendam door een schutsluisje te vervangen om de vaart op Amsterdam te vereenvoudigen. In 1631 keeg Edam hierin zijn zin. Toch bleef dit sluisje spanningen opleveren in verband met de wateroverlast, die het schutwater veroorzaakte. In 1674 werd beslo ten alle sluizen in de dijk rond Waterland dicht te maken op de Damsluis bij Monnickendam en de schutsluis te Buiksloot na. De dichtgemaakte sluizen 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2004 | | pagina 22