van ongeveer 158m2 grond van de weduwe J.P. Hermes voor fl. 4,-/m. Dat is
een tamelijk hoge prijs. Verder blijkt het waterschap van de Beemster aan
Gedeputeerde Staten te hebben bericht dat zij hun bijdrage willen beperken
tot f. 6000,- en f 2000,- voor het onderhoud. De oostelijke oprit komt voor
rekening van het waterschap. Dat is dus anders dan eerst was afgesproken.
Juli 1949 wordt er in de rondvraag van een raadsvergadering gevraagd
naar de stand van zaken betreffende de nieuwe Beemsterbrug. De voorzitter
zegt toe dit in een geheime vergadering toe te lichten!
Een maand later wordt een besluit genomen tot vaststelling van de onder
houdsplicht. De openbare vergadering wordt voor 10 minuten gesloten om
over te gaan in een geheime bespreking. Na heropening van de vergadering
wordt besloten dat het onderhoud voor de gehele brug voor rekening van de
gemeente komt en de regeling van 1674 en het besluit van 26 september
1947 worden ingetrokken. Na aanname van dit besluit deelt de voorzitter
mede dat door de bereikte overeenstemming met het waterschap de grootste
moeilijkheid voor het tot stand komen van de brug overwonnen is en dat de
aanbesteding van het werk nu spoedig kan plaats hebben en er mag worden
verwacht dat nog dit jaar de brug gereed zal komen. Zo kan er na 4 jaar pra
ten met het werk begonnen worden.
M.N. Krijnse Locker heeft het plan ontworpen. Aannemers zijn D. van
Diepen en P. Schotsman die samen met G.J. de Reus en G. Borsjes werk
ten. Opzichters zijn de Jong en Boonacker. Waterschap Schermeer heeft het
dagelijks toezicht op de bouw en betaalt ook de helft van de kosten van aan
leg van de riolering. De totale kosten zouden f. 33.123,18 bedragen.
De nieuwe brug is een goed voorbeeld van prima vakmanschap met een
lengte van ruim 16 meter en een breedte van 4,20m. De constructie rust op
een zestal 18m. lange geheide palen.
Bouwvakkers werkzaam
aan de brug.
v.l.n.r. Johan Delis,
Jan Dekker, Piet Volger,
onbekende knecht van
Gerrit Borsjes,
Pieter Schotsman,
Gert de Reus
en Simon de Vries