Na de oorlog moest er dus een nieuwe brug komen. Raadsverslagen uit
die tijd vertellen ons dat er naast de brug nog vele andere zaken, zoals her
stel van de toren, aangepakt moesten worden.
In december 1945 zijn burgemeester Driessen en een wethouder alsook
de secretaris naar Haarlem geweest en hebben daar een bespreking gehad
met de chef van de 3e afdeling. Deze meneer kende de gemeente en wist dat
het afsluiten van het oostelijk dorpsgedeelte een achteruitgang van het za
kenleven betekende. Als provinciale waterstaat tegen de voorgenomen bouw
van de brug geen bezwaar had, zou het financiële gedeelte bij hem geen be
zwaar opleveren. De genoemde chef gaf in overweging het plan aan de raad
voor te leggen en als de raad de bouw van de brug eveneens urgent vond,
dan kon aan de gedeputeerde een verzoek tot subsidie worden ingediend.
3 bouwplannen werden er gemaakt. Plan A: een betonnen brug met diver
se land- en grondwerken, kosten fl. 28.000,-. Plan B: een betonnen brug zui
delijker gelegen, om de woning van N. Alles buiten het plan te houden, kos
ten fl. 26.000,- Plan C: een loopbrug f 2500,-
De heren P. Mantel en K. Muntjewerf vonden de bouw van een houten
loopbrug voldoende, gezien de financiële positie van de gemeente. De andere
leden waren voor een betonnen brug, in het belang der ingezetenen. Plan B
wordt bij stemming, 5 tegen 2, aangenomen.
In de raadsvergadering van november 1946 wordt voorgesteld borden te
plaatsen om de automobilisten op de afsluiting van de Beemsterbrug te wij
zen. In de volgende vergadering een maand later deelt de voorzitter mede,
dat het college een onderhoud heeft gehad met 2 vertegenwoordigers van
Provinciale Waterstaat, waarbij mede aanzaten de heren Krijnse Locker en D.
van Diepen. Die besprekingen hebben geleid tot een opdracht aan de heer
Krijnse Locker om naast de bestaande betonbrugtekening nog 2 tekeningen
te ontwerpen, nl. een brug naar de oude toestand en een die ca. 75 cm. hoger
is. De voorzitter deelt mede dat de kosten van de brug naar oude toestand
fl. 7600,- zullen zijn, hiervan is de helft voor rekening van het waterschap.
Het blijkt dat de sloop in de oorlogsjaren met medeweten van Provinciale
Waterstaat gebeurd is, en daarom hoort ook de provicie bij te dragen. Tegen
over het huis van de heer Jan Deckwitz en op het land van Treiture zal ruimte
komen waar auto's kunnen keren.
April 1947 is er een brief van Gedeputeerde Staten waaruit blijkt dat de
provincie in de kosten fl. 18.000,- zal bijdragen. De geraamde bouwkosten
zijn ondertussen fl. 28.000,-, voor rekening van de gemeente en het Water
schap. Een half jaar later, december 1947 is er van Gedeputeerde Staten
goedkeuring op het besluit betreffende het onderhoud van de brug. Op voor
stel van B.& W. wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot de aankoop
11