De geschiedenis van het 200 jaar oude Strumphlerorgel uit De Rijp ij na 150 jaar lang stond in de Doopsgezinde kerk van De Rijp een orgel van de beroemde orgelbouwer Johannes Strümphler (Strümphler kwam oorspronkelijk uit Duitsland, bij vestiging in Nederland heeft hij de umlaut in zijn naam weggelaten). In het volgende artikel wordt aandacht besteed aan de historie van dit orgel, waarbij de meest turbulente periode daaruit, die van de verkoop in het begin van de vijftiger jaren, uitgebreid aan de orde komt. Het Strumphlerorgel was niet het eerste orgel dat geplaatst werd in de Doopsgezinde kerk. In 1784 werd de Vermaning voor het eerst voorzien van een orgel. Omdat elke versiering van het bedehuis taboe was, ging dit met de nodige beroering gepaard. In 1802 wordt Johannes Strümphler gecontracteerd Op 15 mei 1802 besluiten de diakenen de 'Broeders op te roepen en (o.a.) te Proponeren een nieuw orgel in onse kerke te Laate maeken'.2 Dit resulteert al op 7 juli 1802 in het ondertekenen van de opdracht aan de orgelbouwer Johannes Strümphler een nieuw orgel te bouwen. Ondertekend door de dia kenen Jacob Heijnes, Jan Boon Junior, Willem Bek en Jacob Snijders. Voor f 4200.- moet Strümphler een orgel maken 'verdeeld in twee Handclavieren een Onder- en Boven-Clavier'. Hij moet 'de Twee Handclavieren doen loopen van grood C tot boven f. leder klavier moet 54 toetsen bevatten. Andere eisen: 'de Kunst of Windlaaden waarop het Pijpwerk geplaatst word te vervaardigen van droog Eijken Hout accuraat en vleijtig gewerkt en terdegen wind sluijten- de; vier Blaas Balgen; de Lepels, Tongen en Stelkrukken van Trompet en Dulciaan van KoopeT. De levering moet vóór 'primo Junij' plaats vinden.3 De eerste 'orgelist', Theodorus Oostwijn, is aan strenge regels gebonden Met de eerste org mist wordt een degelijk contract afgesloten op 4 maart 1803 en het wordt op een vertrouwde plaats bewaard: 'dit originele Contract is opgeslagen in de Doos daar op staat ontworpen opdragten en accoort met de Gereformeerde Diaconie en Armenvoogden tot Rijp'.4 Theodorus Oostwijn verbindt zich het orgel 'te bedienen op alle tijden en bij alle gegenheden wanneer er in de kerk gepredikt of Godsdienst ge houden word. Het zij zulks voor of na de middag eens of tweemaal op Zondag, feest of andere dagen, ofte ook wel 's avonds verrigt word en op zodanige tijd en wijze als bij dese gemeente gebruiklijk is, off bij de kerken raad nu of in der tijd zal gevorderd worden'. 154

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2003 | | pagina 6