De stolp en de landbouw
'Het zou me een lief ding waard zijn als de veehouderij de rol van
mede behoeder van dit Noord-Hollands erfgoed zo lang mogelijk
zal kunnen blijven behouden' (W.S.)
/n het kader van het Jaar van de Boerderij organiseerde de gemeente
Schermer op 26 juni 2003 in Zuidschermer het symposium Schermer
grenzeloos-stolpenloos'. Tijdens dit symposium sprak de heer A. Baltus
een door Wim Schermerhorn geschreven rede uit. In deze rede komen op
een mooie manier de historie van het gebruik van de stolp en van het
agrarisch bestaan, met name op het Schermereiland, aan de orde. Vandaar
dat we de rede, uiteraard met toestemming van Wim Schermerhorn, in zijn
geheel afdrukken.
Een droom: een inwoner van, laten we zeggen Alkmaar, wordt na decen
nia bij de zending of missie geblinddoekt in een willekeurig deel van het
landelijk gebied van Noord-Holland boven het Y binnengevoerd en van zijn
blinddoek ontdaan. Verondersteld dat e.a.. overdag gebeurt, dan zal de naar
zijn emeritaat hunkerende zendeling - ondanks alles dat overigens in de om
geving is veranderd- onmiddellijk weten dat hij terug is in Noord-Holland. Zo
sterk is het beeld van de stolp in het Noord-Hollandse landschap.!
Goed, laten we de zendeling laten nadromen van zijn zegenrijke arbeid en
kijken wat er in die decennia in Noord-Holland is gebeurd. Ik ga er voor het
statistisch gemak maar even vanuit dat de zendeling werkelijk stokoud was,
want ik heb iemand nodig die de geschiedenis van de stolp waarin mijn
grootvader, mijn vader, ik zelf en mijn zoon, achtereenvolgens boerden,
enigszins kan overzien. De naam van de zendeling was waarschijnlijk
'Methusalem'.
Als ik de geschiedenis van de familie erbij haal, dan is dat niet ten voor
beeld, maar als voorbeeld. Zoals ik ook mijn eigen omgeving beschouw, om
dat ik die redelijk ken. En omdat het me bevrijdt van de plicht tot empirisch
onderzoek; dat is mijn taak ook niet.
Ik wil echter vooraf nog even gewezen hebben op het standaardwerk van
Brandts Buijs: 'De landelijke bouwkunst in Hollands Noorderkwartier'. Eén
zin daaruit die alles zegt over de tot drie decennia geleden bestaande nauwe
relatie tussen landbouw en de stolp, en dat bovendien op een prachtige poë
tische wijze:
'Opvallend is de harmonie tussen het schone, het nuttige en het ambach
telijk verantwoorde in een weldadige vanzelfsprekendheid'
173