wordt ondersteund door verticale stijlen: de posten of montanten. De posten verdelen de ramen van de Grote kerk steeds in drie stroken. Op de tekening zijn de vensterkoppen van de Rijper ramen geschetst en gerangschikt. Er zijn twaalf varianten. De reeks A t/m D toont vormen die onderling sterk verwant zijn. Dit geldt ook voor de reeks E t/m H. Voorts lij ken I en J op elkaar. Terwijl de visblaasvorm van J bij K wordt verdubbeld en omgekeerd. De drie spitsboogjes van K worden bij L verhoogd en de lijnen lopen door. De laatste vensterkop L is een veel gebruikte vorm bij andere gotische bouwwerken. De vormen, waarmee het traceerwerk is gemetseld, zijn rond- en spitsbo gen, waarboven visblaasvormen, harten en sferische driehoeken. De visblaas is een veel gebruikt motief bij ornamenten van de laat-gotiek. In onze reeks is het motief tientallen keren gebruikt. Aan het metselwerk voor de torens tref je ook traceringen aan. Maar het gaat hier om blind maaswerk, niet om vensters. Behalve natuurlijk het ven ster van de ingangspartij. Hier vinden we het lijnenspel dat op schets A is aangegeven. Op de tweede tekening bij dit artikel is de plattegrond van de kerk ge schetst. Met letters is aangegeven waar de ornamenten van de eerste teke ning te vinden zijn. Duidelijk is dat aan de noord- en de zuidkant dezelfde traceringen zijn gebruikt. Vermeld moet worden dat A en D uniek zijn en dat I viermaal voorkomt in de ramen van het transept (=dwarsbeuk). Deze ramen zijn veel groter dan de andere. 171

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2003 | | pagina 23