raadsleden hadden nauwelijks meer iets in te brengen en de schepenbank
werd in 1811 opgeheven.
De heer Schutte benadrukte dat Graft in de 18e eeuw bepaald geen een
voudig boerendorp was, maar veel eerder een industrieel dorp, met een be
volking die gemiddeld genomen goed geschoold was. Pas in de 19e eeuw
kreeg het dorp een uitsluitend agrarisch karakter.
Was er een mogelijkheid tot statusverhoging (tot sociale mobiliteit)?
Nauwelijks, het kon wel maar bij uitzondering. Een domineeszoon kon pro
fessor worden. Het streven was meer gericht op het behouden van status.
Met geluk en een goed verstand lukte dat en werd daarmee de weg geopend
die een generatie later tot statusverhoging kon leiden. In de 17e eeuw waren
er drie manieren voor statusverhoging: dominee worden, naar de Oost gaan
en zeeman worden.
Wat was de rol van de overheid? Bij problemen keek de schout soms de
andere kant op, maar bij een publiek exces kwam hij in actie: óf door te be
middelen, óf door als aanklager (hoofd van de justitie) te fungeren en de
boosdoener voor de schepenbank te dagen.
Op de vraag of de huidige tijd qua waarden en normen en mentaliteit
vergeleken kan worden met het eind van de 18e eeuw, gaf de heer Schutte
een persoonlijk, bijna bijbels klinkend antwoord: de mens is altijd slecht ge
weest; er is altijd 'gesodemieter' geweest, de intensiteit daarvan wisselt wel
eens; mensen beter nu? nee!, slechter? nee!; elke dag heeft genoeg aan zijn
eigen kwaad; sommige kwaden zijn aantrekkelijker in de huidige tijd, er zijn
nu andere aanleidingen om slecht te zijn dan de noodzaak van het warm sto
ken van de kachel, waardoor soms hout gestolen werd.
Gaven aan het eind van de 18e eeuw de nieuwkomers ook integratiepro
blemen? Bedacht moet worden dat de nieuwkomers toen, bijvoorbeeld de
Duitse arbeiders, welkom waren vanwege hun specifieke kundigheden. Ze
vormden een kleine, zich makkelijk aan de normen aanpassende, groep in de
dorpsgemeenschap. Door huwelijken met de plaatselijke vrouwen ontstond
een volledige integratie.
Was Graft een tolerant dorp? Ja!
Met dit bemoedigende laatste antwoord en met het dankwoord van Pieter
Schotsman aan de heer Schutte kwam er een einde aan de boeiende, goed
bezochte, avond.
Dick Mantel
86