Herinneringen van pater Van Baarsen
aan de Tweede Wereldoorlog
Wel, hier gaan we dan - Tweede Wereldoorlog 1939-1945.
Wat deed pater Herman van Baarsen tijdens die periode?
Op 25 februari 1940 werd ik tot priester gewijd in een dorpje in Zuid-Limburg
een paar kilometer ten noordoosten van Maastricht en ten noordwesten van
het welbekende Valkenburg. De daarop volgende Eerste Paasdag heb ik mijn
eerste mis opgedragen in de Onze Lieve Vrouwe van Geboorte Kerk te Wor-
merveer en ben toen teruggegaan naar het seminarie. Engeland en Frankrijk
zaten al in de oorlog, Nederland nog niet. Maar in de nacht van 10 mei 1940
werd iedereen in Nederland wakker in de vroege ochtenduren: Duitsland was
ons land binnengevallen, daarna België en Frankrijk. Vóór de dagelijkse och
tendmis van 6 uur kwamen er al Duitse soldaten langs. Een soldaat te paard
knikte in mijn richting. Dat was voor mij genoeg en ik spuugde op de grond
in zijn richting. Nu ben ik niet meer zo trots op wat ik toen deed. Maar de ge
voelens zijn te begrijpen en werden sterker naarmate de tijd verstreek.
13 Mei was mijn Vaders verjaardag en ik had toestemming gekregen om
naar Wormerveer te gaan en een mis aan hem op te dragen. Dit was nu na
tuurlijk onmogelijk. Ik had de maand juni nog te gaan op het seminarie. Ik
had een kamer op de le verdieping met uitzicht op de binnenplaats die vol
stond met Duitse vrachtwagens allemaal met hun voorkant naar de muur BE
HALVE één auto onder mijn raam; die auto stond met zijn achterkant naar de
muur en ik ZAG dat ze IETS aan het maken waren; en hoewel ik er geen eed
op durf te doen dat ze bankbiljetten aan het drukken waren, ben ik er toch
redelijk zeker van. Het verbeterde mijn gevoelens niet. Het jaar 1940 en 1941
tot juni bleven we in het seminarie omdat we natuurlijk niet naar de missie
posten in Afrika konden vertrekken.
In september 1941 gingen we met een heleboel andere gewijde priesters
naar Nijmegen voor het volgen van een missieopleiding, eerste hulp etc. Met
verlof thuis voor Kerst hoorde ik dat mijn oudste nichtje en haar man door
de Duitsers in Alkmaar waren opgepakt omdat - en ik citeer - 'ze een Duitse
soldaat hadden uitgelachen.' Daarom ging ik naar Alkmaar naar het hoofd
kwartier om er met hen over te praten. De dienstdoende officier vroeg of ik
Duits sprak en wat ik wilde, dus vertelde ik hem dat en - om een lang verhaal
kort te maken - het werd als 'niet ernstig' beschouwd en het zou niet lang
duren voor ze vrij gelaten zouden worden. Daarom zei ik: wel waarom dan
nu niet? Nou dat kon niet want ze waren niet meer daar maar in Amsterdam.
Slimmerik die ik was: ik zag een spreuk aan de muur hangen waarop stond:
24