De wederdopers algemeen
Het aantal Lutheranen was de eerste tientallen jaren gering evenals het
aantal sacramentariërs. Het ging bij hen niet om een maatschappelijk pro
test. Daarin kwam verandering bij de opkomst van de wederdopers of ana
baptisten, die hun ideeën aan Melchior Hoffman ontleenden. De beweging
had een grote aantrekkingskracht op de armen door de verkondiging van de
spoedige komst van het Duizendjarig Rijk en de wederkomst van Christus (de
doopsgezindheid wordt ook wel het protestantisme der armen genoemd). In
het begin van de dertiger jaren van de 16e eeuw, een tijd van economische
stagnatie en hongersnood, had de beweging duidelijk een sociaal
revolutionair karakter. Hoffman, een bontwerker uit Zwaben, verkondigde in
1530 in Emden zijn leerstellingen.
De beweging ontleende zijn naam aan het inzicht dat de kinderdoop geen
waarde had, met als gevolg dat volwassenen opnieuw gedoopt moesten wor
den. Volgens Hoffman was het einde der tijden nabij en zou de wederkomst
van Christus in Straatsburg plaats vinden. Daar ging hij dus naar toe en daar
werd hij in 1533 gevangen genomen.
In Nederland drongen de ideeën van de wederdopers vanuit het noorden
binnen. De eerste leiders in de noordelijke Nederlanden waren Jan Matthijs-
zoon, een schoenmaker uit Haarlem en Jan Beukelszoon, een kleermaker uit
Leiden. Zij trokken met een schare volgelingen naar de bisschopsstad Mun
ster omdat ze daar de wederkomst van Christus verwachtten. De groep we
derdopers nam de stad Munster in handen en vestigde daar in 1534/1535
'Nieuw Jerusalem', als voorbereiding op het Duizendjarig Rijk van Christus.
Na een beleg met gruwelijke afloop werden ze door de bisschop van Munster
weer verdreven.
In Nederland zorgden de wederdopers in 1535 voor grote onrust in Am
sterdam. Zeven mannen en vijf vrouwen liepen in februari van dat jaar naakt
door de straten van die stad onder het uitroepen van 'wee, wee, de wrake
Gods, wee, wee over de wereld en de goddelozen'. Voor de mannen liep het
slecht af, zij werden terechtgesteld. Op 15 mei 1535 volgde nog een bezetting
van het stadhuis in Amsterdam, waarbij de bezetters opriepen de goddelozen
te verjagen. Op 16 mei ontruimde de gewapende burgerij het stadhuis.8
De repressie van de overheid tegen de wederdopers was hard. De revolu
tionaire periode was voorbij, de vreedzame elementen kregen de overhand
bij de wederdopers. De beweging werd door onder andere Obbe Philips ge
zuiverd en lokale leiders kregen meer gezag. De broer van Obbe Philips, Dirk
Philips, was één van hen, hij doopte in 1536/37 de pastoor van Witmarsum,
Menno Simons. Deze was in 1496 in Witmarsum geboren en ging een heel
belangrijke rol spelen. Hij werd de geestelijk leider van de doopsgezinden,
119