Het Oosteinde van omstreeks 1920.
Door A.W.G. Klok. 1911-1993).
Rond 1934 uit De Rijp vertrokken naar Utrecht, heeft hij zijn belangstel
ling voor De Rijp nooit verloren.
Op latere leeftijd bij een van zijn bezoeken aan tijdgenoot en
vriend C.Heijnis, leerde ik hem opnieuw kennen. Hij herinnerde zich mij nog
van vroeger. Van het Oosteinde kende hij de meeste bewoners uit die tijd.
Hier volgt zijn verhaal:
Als U over de Beemsterbrug de Rijp binnenkomt, staat aan de linkerkant
een vrij nieuw pand. Daar stond de houtopslag en schuur en werk
plaats van Lafeber. Het huisje ernaast werd bewoond door J. van Tol. Huize
Winter was bakkerij Johan de Wit, en het pand van Könst was toen verzeke
ringen Tuin en later schoonzoon Rot.
Het ongeveer 100 jarige pand, waar nu Rik van de Bosch woont,
werd bewoond door Cornelisse en ook Dikke Bakker en van de Stok heb
ben h'er gewoond. De laatste was hovenier.
Wc,'r nu het pand met de 'ülepan' Fries) staat, (in de 17e en 18e eeuw
ook wel gaatpan genoemd) stond eerst een ander pand. Hierin woonde
Rinse Spaarman. Zijn zoon Tijmon (1881-1966) vertelde mij eens dat hij
naar zijn vader ging, die de klok luidde n.a.v. het overlijden van Koning
Willem III (1890).
Hiernaast woonden de ouders van de nu 93-jarige Piet Kostelijk. Vader
was schilder en moeder had een drogisterij.
Op no. 38: de familie Temper.
57