gelijkse sociale verkeer speelden ze slechts een bescheiden rol. Er bestond
dan ook geen ongeschreven wet, die eenvoudige mensen verbood voor
zichzelf of hun nabestaanden een graf te kopen op wat nu de zerkenvloer
is. Maar het geld zorgde niettemin voor een natuurlijke selectie, waardoor
deze begraafplaats toch vooral de rijken en aanzienlijken verenigt.
Dan zijn we terug bij de mannen van het slag dat mijn aandacht trok
toen ik voor de eerste maal de zerkenvloer bezocht: Jan Pietersz. van den
Bosch, Cornelis Jansz. Schol, Jan Claesz. Schippers, Meyndert Salm, Pieter
Arentsz. Rood, en niet te vergeten Willem Jacobsz., die in de eerste decen
nia van de zeventiende eeuw de centrale figuur was onder de Grafter regen
ten. Die jaren zijn betrekkelijk arm aan archiefstukken, en daarom noem ik
hem hier met nadruk, omdat hij in mijn Dorp in de Polder slechts eenmaal
voorkomt, zij het met ere. De anderen komen in dat boek wel min of meer
tot hun recht, en daarom zal ik hier hun doopceel verder niet lichten. Maar
het zijn deze mannen geweest, die in de bloeitijd van Graft het openbare
leven in de banne vorm gegeven hebben. De zerkenvloer houdt hun nage
dachtenis in stand.
Daarom heeft dat eerste bezoek een blijvende indruk nagelaten, hoelang
het nu ook al geleden is. Tegelijk herinner ik mij haast even sterk, dat bij
mij een gevoel van verwondering opkwam. Misschien lag dat ook aan het
weer, want het was een kille, herfstige dag, tegen het vallen van de avond.
En dan zag je daar al die stenen open en bloot liggen, zonder bescherming
van kerkdak en kerkmuur, alsof ze deel waren van de vrije natuur. Maar ze
zijn niet vanzelf ontstaan. Ze vormen samen een monument, en monumen
ten moeten onderhouden worden. Gebrek aan respect voor het voorge
slacht is een teken van zedelijk verval, zei Aleksander Poesjkin bijna twee
honderd jaar geleden. De Grafter zerkenvloer dwingt gelukkig nog altijd
respect af. Maar wordt ze aan de elementen overgelaten, dan zal dat haar
onherroepelijke ondergang zijn. Laat dus ieder die geld of invloed heeft
zich inzetten voor haar behoud.
A. Th. van Deursen.
N.B. Bij deze tekst horen uit de aard der zaak archiefverwijzingen. Maar het
probleem is dat al mijn aantekeningen gemaakt zijn voordat het Grafter ar
chief opnieuw werd geïnventariseerd. De oude nummers kloppen niet meer,
en er is geen concordantie beschikbaar die de brug slaat van oud naar
nieuw. Verwijzingen bieden dus geen enkele hulp, en daarom heb ik ze
weggelaten. Wie toch iets wil nazoeken kan zich met mij in verbinding stel
len. Misschien vinden we een oplossing.
8