Anno 1635 öeu 14 «Damtary
sterf Anne 3!ans nart (6raft ettöc ts Iitcroniter beöeckt
ittaer sal fstjner tijf tueöer ïueröen opgemerkt
Den armen nart (öraft heeft bij testament haer goet nereert
lEnöe is tot liarer eeren gelanöeerö.
vermogen voor dat doel bestemd. Reeds bij haar leven had ze regelmatig
flinke bedragen ter beschikking van de armenvoogden gesteld. Op wat klei
nere schaal deden dat naar hun beperktere mogelijkheden ook Mary Jacobs
(no.25) en Neel Pieters (no.60), die als weduwe van de welgestelde Cornelis
Claesz. Mackes na diens overlijden vierentwintig jaar lang haar eigen zaken
mocht beheren. Al deze vrouwen verdienen wel een eervolle vermelding,
maar alleen Anne Jans heeft er een gekregen. Haar nagedachtenis is vastge
legd in een speciaal voor haar ontworpen grafschrift:
Het is een van de weinige dichterlijke ontboezemingen die we aan-treffen op
de zerkenvloer van Graft. De verwachting van een zalige opstanding die in dit
korte rijm wordt uitgesproken was destijds echter algemeen bezit. Deze hoop
werd gedeeld door nagenoeg allen die hier hun familie-leden ter aarde bestel
den, ongeacht het kerkgenootschap waarbij ze zich hadden aangesloten. Leden
van andere kerken kunnen we hier ook ge-makkelijk aantreffen, want al lag de
zerkenvloer in het gereformeerde kerkgebouw, de grote kerk deed dienst als
begraafplaats voor alle dorpsbewoners, net zo als vroeger in de middeleeuwen,
toen alle Grafters nog naar dezelfde kerk gingen. In nummer 29 bij voorbeeld
ligt een katholiek, Jan Aertsz. Poel van Woerden. Het is weer zo'n geval waarin
het grafschrift ons vollediger inlicht dan de archiefstukken doorgaans doen. Die
kennen een Jan Aertsz. Poel en een Jan van Woerden, maar pas het grafschrift
brengt die twee tot elkaar als één en dezelfde persoon. De werkelijkheid is ove
rigens in dit geval nog wat ingewikkelder, want als we in de stukken Jan
Aertsz. Lijndrayer tegenkomen, of ook Jan Aertsz. Baenman, dan gaat het nog
altijd over de man die daar begraven ligt in nummer 29, en die dus Poel,
Lijndrayer, Baenman of Van Woerden kon heten, al naar het hemzelf of zijn me
dedorpelingen het beste uitkwam.
De naam Van Woerden is in Graft en de aangrenzende gehuchten voor
zover ik weet uniek. Waarschijnlijk kwam Jan Aertsz. daar vandaan, en dan
was die Woerdense herkomst in Graft zeldzaam genoeg om in zijn naam
uitdrukking te krijgen. Voor zijn nazaten hoefde dat niet meer te gelden, die
waren Grafters geworden en lieten de naam Van Woerden vallen. Ik denk
tenminste dat de lijn van dit geslacht zich eerst voortzet in Cors (Cornelis)