Een niet eens volledige lijst van de graven op deze kerkvloer is te vinden in het welbekende boek van P.C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, 'Genealogische en heraldische merkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland'. Voor het dorp Graft telt die lijst 137 nummers. Laten we bij enkele van die zerken eens een ogenblik stilstaan, en dan - tamelijk willekeurig - beginnen bij nummer 45. Het heeft toebehoord aan één van de bekendste families van Graft, de familie Wilre. Eén van de personen die hier begraven liggen is Magdaleentje Dirks Wilre, weduwe van Cornelis Jansz. Danser, overleden 31 mei 1692. Zo maken we meteen kennis met één van de speciale kenmerken van deze bron. De naamsbeschrijving op de grafsteen is - althans hier in Graft en misschien ook wel op andere begraaf plaatsen - vollediger dan in het dagelijks leven gebruikelijk was, vollediger ook dan we zien in de officiële stukken van die tijd. Deze weduwe is in de archieven verscheidene malen te vinden, maar dat ze Wilre heette blijkt pas uit haar grafschrift. In andere documenten wordt ze altijd alleen maar Magdaleentje Dircx genoemd. Zowel de voornaam als de vadersnaam kunnen dan voorkomen in diverse variaties, maar de achternaam Wilre staat er nooit bij. Dat is niet omdat ze door haar huwelijk Magdaleentje Danser was geworden, want de Grafter bruiden bleven na hun trouwdag dezelfde naam voeren als voorheen. Maar alle vrouwen, getrouwd of niet, waren zeer terughoudend met het gebruik van achternamen. Magdaleentjes zoon Jan Cornelisz. Danser trouwde in 1676 met Grietje Jansdr. Zo staat de bruid in het trouwregister, dat vonden alle betrokkenen dus goed genoeg. De Jan wiens dochter ze was stond echter wel algemeen bekend als Jan Meyndertsz. Salm, secretaris van Graft. Dat ambt en ook die familienaam zou hij overdragen aan zijn zoon Meyndert. De dochter moest het haar leven lang doen met Griet Jans, net zoals haar schoonmoeder altijd gewoon Magdaleentje Dircx is gebleven. Onder die eenvoudige naam was de weduwe van Cornelis Jansz. Danser niettemin één van de rijkste vrouwen van de banne van Graft. Daarom ligt ze ook onder de zerkenvloer begraven, want een graf in het kerkgebouw was natuurlijk wat hoger in prijs dan een plaats buiten op het kerkhof. Magdaleentje Dircx heeft de gemeenschap een paar jaar gediend als regen tes van het weeshuis, of weesmoeder, zoals het in Graft heette. Het was niet ongewoon dat bemiddelde weduwen zich meer dan andere dorpelingen toelegden op werken van barmhartigheid, en behalve Magdaleentje Dircx zijn er nog enkele bekende weldoensters op de zerkenvloer te vinden. Mary Pieters (no. 4) liet bij haar dood in 1705 een twaalfde deel van haar bezit tingen aan de armen na. Anne Jans Sappes (no. 43) had in 1635 haar hele

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2002 | | pagina 4