de Spanjaarden kon worden overgestoken. Vandaar dus die kruisende ga
leien, waarvan ook Leeghwater gewaagt, en de slufter in het ijs in de winter
van 1575.
Die slufter was 42 voet breed, vermeldt de historicus Bor, en beperkte
zich niet tot het Starnmeer, maar liep van Petten tot Purmerend. In Scher
mer, Schermerhorn, Graft en De Rijp waren 201 mannen "gemobiliseerd"
om te helpen de slufter te hakken en open te houden. De betreffende winter
heeft niet lang geduurd. Toch hebben op de 18e januari 1875 enige vrijbui
ters van het krijgsvolk van de Spaanse koning geprobeerd op schaatsen het
Schermereiland te bereiken, "maar door de vromigheid van de Eylanders
zijnse sonder iet uit te richten wederom te rugge getogen", volgens de kro
niekschrijver.
Twee maanden later, toen de winter al ruimschoots achter de rug was,
heeft een Spaanse commandeur met negen "wel toegeruste schuiten" en
150 man van Assendelft uit een aanval geprobeerd op het Schermereiland.
Het draaide uit op een "slag aan de Vuyle Graft", volgens de geschied
schrijver, die vermeldt dat de aanvallers "meest al schutten, onvoorziens
aan 't Eyland van Schermer en Gracht zijn gekomen aldaer sy den huis
luiden en vrybuiteren aangevallen zijn. De vrybuiteren en huisluiden
hebben hen kloekelijk ter were gestelt, daer zijnder twe dood gebleven
en een gevangen en sy hebben hen afgenomen drie of vier grote schui
ten ende schouwen, leggende op de Vuyle-Graft."
Cor Booy
Bron: E.Besse Jz. "Starnmeer en Kamerhop", citaat uit Bor 1575, blz. 616 en 617.
20