kwam er steevast een hoestpartij op gang waarbij buurman rood-paars
werd met natte ogen van het tranen, maar de "schoorsteen" bleef roken tot
datAls kind ontbrak toen nog geheel het besef van wat kanker was!
Tussen de Maalderij van Nat en de fietsenwinkel van Bart Visser had je
het kantoor van de fa. Nat, dat tegelijk het woonhuis van tante Gees was.
Een ongetrouwde zus van Cor en Jan Nat, waar je als kind binnen mocht
komen om televisie te komen kijken want niet iedereen had zo'n apparaat.
Haar broer Jan woonde naast haar en dreef ook nog een verfhandeltje. Mili
eu- eisen bestonden nog niet en de verf stond dan ook in de gang direct
achter de voordeur bij de trap. Het was niet zozeer verf die werd verkocht
als wel carboleum in diverse kleuren en hoeveelheden, winkel aan huis zo
gezegd.
Direct naast Nat was een steeg naar het water van de Kralingergracht.
Geheel achter aan het water woonde de postbode Jelle Brouwer, een rustige
kalme persoon. Tussen het huis van Brouwer en het woonhuis van nu me
neer Roet, woonde de familie Ton.
Naast de fietsenwinkel van Visser woonde buurman Spaarman die een
schildersbedrijfje uitoefende. Het werkplaatsje was het schuurtje aan het
Rolderspad naast de schuur van Cees Nibbering, thans behorend bij Moni
que Buurman Spaarman had een prachtig gelakt motorbootje, toen
een hele luxe, onberispelijk gelakt, en glimmen als een tiet! En het bootje
lag afgemeerd in een in het erf uitgegraven haventje dat nu niet meer be
staat. In het huis waar nu Klaas Veenman woont, woonde Huipie Scheep
bouwer, een kleine man, ooit metselaar van beroep geweest, die absoluut
niet kon verdragen dat de kinderen in de straat, want dat kon toen nog om
dat alleen buurman Nat en vader Ent een auto hadden, aan het voetballen
waren of badminton speelden. Je werd verjaagd en wat is mooier dan dat
voor kinderen, achterna gezeten worden en niet gepakt. Waar is de tijd ge
bleven dat je op het Oosteinde nog vrij van verkeer kon spelen, want nu
moeten Adriana en ik wanneer we gaan wandelen, praktisch achter elkaar
lopen om op het brede stuk van het Oosteinde te komen. Of ben ik echt oud
aan het worden?
Voorbij Scheepbouwer staat het winkelpand met de naam De Tijdgeest,
waarin de herenmodezaak van Van Oenen was gevestigd. Bij Van Oenen
werden de kostuums nog met de hand gemaakt en vond ik als boodschap
penjongen mijn eerste werkgever. In de kleermakerij op de eerste verdie
ping zat Dirk altijd voor het raam en hield zo contact met alles en iedereen
die langs het Oosteinde kwam. Hij heeft mij zowaar daar ook nog broeken
leren persen, overhemden opvouwen, dassen voorzien van rechte knopen
en naaien op een oude trapnaaimachine. De stalen van de stoffen bracht ik
124