raden van wijze mannen op een goed moment kapsones kregen, mochten
er in deze gemeente geen buurtjes en stegen meer voorkomen. Waarschijn
lijk vond men dit een teken van "armoede" en werden zij afgeschaft en stra
ten kregen "echte grote mensennamen". Het Achterombuurtje werd Noor
derstraat chic en deftig, maar omdat na samenvoeging van Graft met De
Rijp er ook al een Noorderstraat in West-Graftdijk was, werd het terug ge
doopt naar 't Achterom. Om dezelfde reden hebben we geen Kerkesteeg
meer maar een Kerkstraat. Dus buurtgenoten, altijd opgepast, want wij
hebben nog de rijkdom van een Rolderspad, Zeilmakerspad en Kralinger-
buurt, hou ze in ere.
Aan het Achterombuurtje woonden de families Jan Bruntink, later Henk
Mul, Jan Roelofsen, Dirk Ent en Henk Roelofse. De tuinderij van Jan Roelof-
sen gaf zijn nering in de vorm van witloftrekkerij en stekerij, het tulpenbol
len sorteren, pellen, drogen en verzenden, 's Zomers kwamen daar ook de
augurken bij die via de vlet uit het Ouweland werden aangevoerd om voor
aan het Oosteinde te worden opgetast, alwaar de fa. Jan de Boer ze weer op
kwam halen voor de veiling in Purmerend.
Aan de achterzijde van het Oosteinde, maar aan het Achterombuurtje
hingen dikwijls de netten en visfuiken van Niek Molenaar, beter bekend als
de "Poolse Jood". Naast zijn activiteiten als binnenvisser haalde hij met zijn
bakfiets lompen en oude metalen op. Deze werden naast zijn huis en in een
klein pakhuisje dat helaas ter ziele is gegaan, opgeslagen. De lompen wer
den altijd gewassen en zo hing er voor onze woonkamerramen een bonte
verzameling van textiel. Zo nu en dan werden de oude metalen "oud ijzer"
afgevoerd door middel van een grote vrachtwagen die geheel met de hand
werd geladen door plusminus vier mannen. Als kind zijnde, is mij dit bij ge
bleven als een gigantische arbeid terwijl ik nu naar de opslagplaats kijk
waar nauwelijks een luxe wagen kan staan, wat zijn kinderogen soms be
drieglijk.
Bij de andere toegang tot het Achterombuurtje, de steeg bij Dirk Prins
langs, woonde Bart Visser, loodgieter en kachelsmid van beroep. Als annex
had hij ook nog een fietsenmakerij, met aan de overzijde een fietsenwinkel.
Achter de winkel was het woonhuis van de familie Ab van Dalen, thans de
fam. Warnaar. Vaak zaten we als kinderen bij Visser op het stoepje in de
zon voor de deur van de werkplaats als buurman Visser bezig was met een
kachelpijp die toen nog werd geklonken, soms zelfs gerepareerd. Het ge
beurde regelmatig dat buurman Visser vroeg om voor hem een pakje siga
retten te gaan halen bij Dirk Tol, hetgeen je als kind nauwelijks kon weige
ren. Kennelijk heb ik het zo vaak gedaan dat het merk "Three Castles" me
nog is bijgebleven. En als er dan een nieuwe sigaret werd aangestoken dan