onderhandelingen met het polderbestuur af te breken. Daar voelden B W
evenwel niets voor en zij vroegen de Raad dan ook toestemming de onder
handelingen met het polderbestuur voort te zetten. Mocht het polderbe
stuur binnen redelijke tijd dan alsnog besluiten de straatweg aan te leggen,
dan zouden B W willen voorstellen, dat de gemeente Alkmaar bereid was
fl. 30.000,- bij te dragen, uit te keren in evenredigheid met de kosten van de
aannemer. Mocht ook dit aanbod door het polderbestuur als onaanneme
lijk worden afgewezen, dan zouden de onderhandelingen met de Schermeer
worden afgebroken en zouden B W nagaan of er met het polderbestuur
van de Heer Hugo Waard misschien beter zaken gedaan konden worden.91
Het voorstel van B W werd behandeld in de Raadsvergadering van
29 maart 1854.101 Met het laatste gedeelte van dit voorstel was men het vol
komen eens, maar wat het eerste gedeelte betrof, werd besloten B W de
bevoegdheid te geven om voor rekening van de stad een straatweg door de
Schermeer te laten aanleggen tussen de Omval en Schermerhorn, waarbij
de polder zich verplichtte fl. 10.000,- bij te dragen in 10 jaarlijkse termijnen
en zich bij voortduring te belasten met het onderhoud, zonder enige verde
re bijdrage van de gemeente Alkmaar en zonder het opleggen van eventuele
financiële lasten, zoals tolheffing of iets dergelijks. Dit amendement werd
met algemene stemmen aangenomen.
Dit keer stond het polderbestuur zeker niet afwijzend tegenover de ge
dane voorstellen; het College van Dijkgraaf en Heemraden liet de gemeente
Alkmaar weten dat de kwestie werd aangehouden, totdat duidelijk zou zijn
of de eigenaren der landerijen, die aan de geplande weg gelegen waren, tot
het betalen van een hogere pacht genegen zouden zijn."1
De voorstellen waren inmiddels in de vergadering van 13 april 1854 door
Hoofdingelanden van de Schermeer besproken. Hoewel men het aanbod
voor de polder zeer gunstig achtte, werd als voorwaarde gesteld, dat de
onderhoudskosten niet uit de reguliere polderbegroting, maar uit een apart
Fonds bestreden zouden moeten worden. Ten einde dat Fonds van de nodi
ge middelen te voorzien, had het polderbestuur een contributiesysteem
ontworpen, waarbij de bijdrage van elk der ingelanden in evenredigheid
zou zijn met het profijt dat zij van de nieuwe weg zouden genieten. De aan-
wonenden van de Noordervaart zouden uiteraard het meeste voordeel heb
ben en het voorstel was dan ook dat de lasten van de landerijen, die aan de
kant van de nieuwe straatweg kwamen te liggen met fl. 1,- per morgen zou
den worden verhoogd en die aan de overzijde van het kanaal met fl. 0,50.l2)
De eigenaren van de overige landerijen zouden dan voor fl. 0,25 per
morgen moeten worden aangeslagen, hetgeen per jaar een som van rond
fl. 2.200,- zou opleveren. Deze som zou dan in genoemd Fonds