van mening over het onderhoud van de weg, het oordeel van Gedeputeerde
Staten zou worden ingeroepen. Nadat ook de gemeenteraad van Alkmaar in
haar ver-gadering van 27 febr. 1855 het ontwerp-contract had goedge
keurd, werd de definitieve tekst vastgesteld en op 21 april 1855 gepasseerd,
luidende als volgt:
Het College van B W, vertegenwoordigd door Mr. Pieter Abraham de
Lange, Burgemeester en Jacobus Theodorus Koorn, Wethouder, ge-
authoriseerd bij Besluit van de Raad van 14 maart 1855, en Jhr. Daniël Carel
de Dieu Fontein Verschuir van Heilo, Dijkgraaf en Arie Konijn, Heemraad,
geauthoriseerd bij Besluit van 10 februari 1855 van Dijkgraaf en Heemra
den en van 30 augustus 1854 van Hoofdingelanden, besluiten tot de aanleg
van een weg langs de Noordervaart van de Omval tot aan de dijk bij Scher-
merhorn en verder over die dijk tot aan de brug over de Ringvaart bij even-
gemeld dorp en zijn overeengekomen:
Art. 1De bedoelde weg zal vanwege de gemeente Alkmaar worden ge
legd langs de zuidzijde van de Noorder- of Alkmaardervaart op den voet als
bij de bestekken, vastgesteld bij Raadsbesluit van 1 november 1854 en vol
gens de daarin aangebrachte wijzigingen bij Raadsbesluit van 27 februari
1855;
Art. 2. Het polderbestuur van de Schermeer zal fl. 10.000,- bijdragen in
10 jaarlijkse termijnen;
Art. 3. Het polderbestuur kan ten allen tijde de aanleg van de weg exami
neren en heeft het recht een opzichter daartoe aan te stellen;
Art. 4. Nadat de weg gereed zal zijn en in beheer en onderhoud aan het
polderbestuur zal zijn overgedragen, krijgt de gemeente Alkmaar het recht
"toezicht te houden, dat de bedoelde weg ten eeuwigen dage in voldoende
staat worde onderhouden en niet op mindere breedte" zal worden gebracht.
Het polderbestuur was verplicht alle gec onstateerde defecten ogenblikkelijk
te herstellen; bij verschil van mening zal het oordeel van Gedeputeerde Sta
ten worden gevraagd.20'
Vervolgens werd de aanleg van de weg door een aannemerscombinatie
uit Purmerend aangenomen voor fl. 48.000,-.2" Er was ongeveer fl. 7.000,-
beschikbaar,22' zodat fl. 41.000,- moest worden geleend. Het was een slech
te tijd om geld te lenen, maar een Commissionairskantoor in Amsterdam
bleek bereid het bedrag tegen 4'/2% te lenen.23'
Reeds op 1 mei 1856 was de weg gereed24' en op 12e werd hij, zowel
door het polderbestuur als vanwege de gemeente Alkmaar, in goede orde
bevonden; de Schermeer nam het onderhoud formeel op zich en de ge
meente Alkmaar dechargeerde, na betaling van de kosten, de aannemer.25'
Was hiermee de samenwerking tussen het polder- en het stedelijk
10