Het Heemraadschap Mijzen
De Mijzenpolder had vanaf de 16de eeuw een gezamenlijk molenbeheer,
waarvoor elk dorpsbestuur een bepaald bedrag betaalde. In stukken uit die
tijd wordt geschreven over het waterschap Mijserkoog (Mijserkooch;
Mijserkoch). In de 17de eeuw waren de dijken in onderhoud bij de steden
Alkmaar, Hoorn, het waterschap de Beemster en een aantal particulieren.28'
Schout en schepenen verrichtten elk in hun eigen gebied de schouw.
Toen het in 1795 verplicht werd afzonderlijke waterschapsbesturen in te
stellen, werd er bij reglement van 23 februari 1797 een nieuw bestuur inge
steld. Dit bestuur bestond uit een molenmeester en drie poldermeesters
voor Schermerhorn, een molenmeester en drie poldermeesters voor Ursem
en een molenmeester en een poldermeester voor Avenhorn. Omdat de
dorpsbestuurders gingen optreden als polderbestuurders en de financiën
van de polder verweven waren met die van de dorpen veranderde er eigen
lijk niets.
In 1869 stelden Gedeputeerde Staten een nieuw reglement op voor het
Heemraadschap Mijzen. De polder werd verdeeld in drie districten, Ursem,
Schermerhorn en Oostmijzen. In ieder van de drie districten werd in 1870
een bestuur gekozen met een eigen begroting en rekening. De besturen
stonden los van de dorpsbesturen. Boven de disctrictsbesturen stond het
overkoepelend bestuur van het Heemraadschap Mijzen bestaande uit een
dijkgraaf en drie heemraden (uit iedere banne één). Omdat de drie distric
ten weinig coöperatief waren en erg aan hun onafhankelijkheid hechtten
bleef de situatie moeilijk.
Een nieuw reglement maakte op 19 november 1891 een einde aan het
financiële beheer door de districten. Het dijkbeheer werd onder de dijkgraaf
en heemraden gebracht en het heemraadschap nam het onderhoud van de
dijken over. De dijkdoorbraak van 1889 heeft hierbij een grote rol gespeeld.
Over die doorbraak en de rivaliteit tussen oude en nieuwe polders later in
dit artikel.
In 1879 werd de Oostmijzer watermolen vervangen door een stoomge
maal dat een klein stukje oostelijker kwam te liggen. In 1919 werd dit
stoomgemaal weer vervangen door een electrisch gemaal dat nu nog aan
de noordzijde van de Mijzen staat, op de plaats van de oude tweede water
molen. In 1977 ging de Mijzen op in het waterschap Het Lange Rond en in
1981 werd de middelste brug over de Ursemmervaart (de Vrouwenweg
brug) afgebroken. De laatste grote aanpassing van de ringdijk om de Mijzen
vond in 1988 plaats. Als de plannen die geformuleerd zijn in het rapport
'Tussen Stuw en Sluis' doorgaan worden in 2003 de 6 waterschappen in
154