Tijdens een 'rondje Mijzen', 12 km, ideaal voor de zondagochtend, zijn
nog vele oude, in stand gebleven, kenmerken te zien: de oorspronkelij
ke ontginningsstructuur van de veenweidepolder, de watertjes de Gouw, de
Leet en de Dijkstal (de Banscheidingssloot) en niet te vergeten de Vrouwen-
weg, de enige weg die de polder inloopt en die vroeger naar de 'kern' van
het dorpje (West)Mijzen liep. Van later datum zijn de banscheidingspaal aan
de noordzijde van de polder en de plek die herinnert aan de doorbraak van
1889 (in Oostmijzen).
Veel moet u erbij bedenken: het kerkje dat vroeger aan het einde van de
(huidige) Vrouwenweg stond, dat de Vrouwenweg vroeger doorliep tot
Ursem, de twee watermolens en vooral de twee immense meren ten westen
en ten oosten van de polder, de Schermer en de Beemster, watermonsters
die vanaf de 13de eeuw tot hun drooglegging in de 17de eeuw voor een onze
ker bestaan gezorgd hebben. U zult er ook bij moeten bedenken met wat
voor inzet en onderlinge ruzies de kaden en dijken, nodig voor lijfsbehoud
in tijden van steeds grotere wateroverlast, tot stand gekomen zijn. Dat die
wateroverlast voor een groot deel door de bewoners zelf werd veroorzaakt
geeft aan dat de milieuproblematiek in dit gebied in de 12de en 13de eeuw
nog groter was dan in onze tijd.
Schermereiland en
Mijzenpolder in
1607; de Mijzenpol
der is aangegeven
met een pijl
143