betrekking hebbende, aan den kerkelijken ontvanger over te geven
zullende de registers en verdere papieren worden gedeponeerd in de
archieven van den kerkeraad, teneinde daartoe ten allen tijde
recours te kunnen neme
Gedaan en geteekend den 20 Nov, 1833. ActRiedel."
In den beginne bestond het bestuur van dezen Buidel uit zes voogden en
later, zooals in de laatste akte vermeld is uit twee, die ten overstaan van
kerkeraad rekening deden. Bij de kerkelijke separatie van Graft en de Rijp,
heeft de laatste ook zijn deel van dit fonds gehad.51
Werd zo nu en dan het fonds aangesproken ter uitkeering, zoals het be
talen der quota van de Classis enz, toch getuigde de rekening in 1633
gedaan, dat de Buidel aan obligatiën 1875 gld had uitstaan.
Evenals deze begon de kas der diakonie dezer kerk ook te floreeren en
vooral door de toe- nemende welvaart van het dorp. In den jare 1672 was
dit fonds geldelijk geklommen tot ruim twaalf duizend gulden. In de 18e
eeuw was het met de vooruitgang der geldmiddelen gedaan, en verminder
de deze langzamerhand. Ook het ledental der kerk ging terug zoodat de
kerkeraad in 1724 besloot om het aantal ouderlingen en dat der diakenen
van zes tot vier terug te brengen en wel uit Noordeind een ouderling en
ook een diaken en de overigen uit Graft. De teruggang bleek ook nog uit
een verzoek in 1710 door diakenen aan den kerkeraad gedaan, om de
medische praktijk aan den minstbiedenden chirurg te gunnen en wel aan
geneesheeren van Graft of Noordeind.
Onder de materieele verliezen kon gerekend worden eene landverspoe-
ling. De waterwolf van het Graftermeer stak begeerig zijne klauwen uit naar
het kerkeland aldaar. Volgens eene meting in het jaar 1678 gedaan, was de
kerk 128 roeden land kwijt geraakt door verzwelging bij stormen veroor
zaakt. Daarom moesten naar andere bronnen van inkomst gezocht worden
tot steun en instandhouding van het Godshuis.
Zoo verkreeg het kerkbestuur bij octrooi van 12 Aug 1751 het recht om
tot zijnen kerkdienst te mogen heffen van elke stoop brandewijn en gedis
tilleerd, zoo van burgers als van tappers in hare jurisdictie, de som van
twee stuivers. Dat dit te zamen genomen een belangrijk bedrag kon zijn,
wees men aan eene som van 183 gld. als impost door een persoon betaald.
In het begin der volgende eeuw mocht men ook belasting heffen van het
gemaalwaarvan het tarief was van 1 zak tarwe en 2 zak rogge tezamen
9 stuivers.
Het tarief van klokluiden bij begrafenis werd mede verhoogd bij consent
der Staten in 1710. Van elk graf in de kerk mocht men voortaan een gulden
heffen per jaar en op 't kerkhof zes stuivers. Het luiden der beide klokken
138