genissen. Wanneer in 1544 Andries van Bronckhorst en Adriaen Stalpaert
als gecommiteerden van de landsheer naar het Noorderkwartier reizen, in
verband met diens plannen tot verbetering van de waterstaatkundige
toestand, nemen zij allerlei verklaringen in ontvangst. Onder meer de ver
klaring dat in een eeuw van het Schermereiland wel driehonderd morgen
zijn "afgesleten".61
In het Octrooi van de Beemster staat vermeld dat jaarlijks 25 morgen
rondom gelegen door het water werden afgespoeld.61 Bekend is ook dat
Leeghwater met veel overtuiging pleitte voor de droogmaking van het Haar
lemmermeer, mede doordat jaarlijks veel land verloren ging.71
Versleten eiland
Natuurlijk deed het verschijnsel zich ook voor langs de rand van het
Starnmeer. Ook daaromtrent bestaan getuigenissen.
Op 1 april 1638 compareerde voor Jonas Jansz van Steengracht, notaris
te Schermerhorn, Jan Gerbrantsz, wonende op "die oosterbuert, out
omtrent 76 jaren", die namens dijkgraaf en heemraden van de Starnmeer
verklaarde dat hij "getuige buytendycx op de Sterremeer heeft leggen een
stucke lants genaemt die waert, dat tselve by Syn getuygens leeven is
gesleeten ende afgespoelt omtrent een vierde paert (een vierde deel), item
dat hem getuyge noch op die Sterremeer is competerende een stucke lants
genaemt die groenes en dat syn moeder hem meenigmael heeft geseyt dat
het selver conde houden vyf coeyen en dat tselve nu door .vande sterre
meer niet meer mach houden dan twee ende een halft coe, item dat hem
noch competeerde een stucke lants meede gelegen aende vers(eyde) Sterre
meer genaemt lutgie ven ende dat hetselve over omtrent vyftien ofte sestien
jaren plach in huer te geven veertich gl ende nu qualyck te huer can gelden
vyftien ofte sestien gl ende dat die oude huerders hetselve daer voren alle
jaren quiteren (verlaten) vermits het leech malen vande wateren, so vande
Beemster, Schermer als andere meren".81
Van slib tot teelaarde
Zo namen dus ook de randen van het Starnmeer geleidelijk af. Wat af
spoelde was uiteraard laagveen, dat door de sterke beweging van het water
als het ware vermalen werd tot een fijne slib, waarmee zich ook kleine hoe
veelheden zand en klei vermengden. Zodra rust intrad, zette deze slib zich
af op de (zand)bodem van het meer. Telkens wanneer het krachtig woei,
kwam het fijne stof in beweging. Bij krachtige noordwesten wind kwamen
zo grote hoeveelheden modder in de loop van de tijd van de Schermer uit
door de Vuyle Graft, tussen het Schermereiland en de Koog het Starnmeer
93